Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 januari 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde-partij] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , (gemachtigde: mr. E. Spijer).
Procesverloop
€ 2.581,36 aan ten onrechte verstrekte ZW-uitkering over de periode 24 mei 2018 tot en met 27 juli 2018 teruggevorderd.
Overwegingen
6 maart 2018 heeft bedrijfsarts De Boer gerapporteerd dat eiser op het spreekuur is geweest en dat sprake is van een nog niet opgelost arbeidsconflict. Volgens deze bedrijfsarts is bovenop dit conflict sprake van een medische klacht die voor het overgrote deel wordt onderhouden door het onopgeloste conflict. Als het conflict opgelost is, zullen de klachten en de medische aandoening met grote waarschijnlijkheid snel verdwijnen, aldus de bedrijfsarts. Voorts is volgens de bedrijfsarts een vervolgafspraak bij de bedrijfsarts vrijwel zinloos om te komen tot arbeidsgeschiktheidsafspraken zolang het conflict niet is opgelost.
24 mei 2018 tot en met 27 juli 2018 terecht en op goede gronden teruggevorderd en ingevorderd.
Beslissing
mr. L. Lemmen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2021.