Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. I.K. Kolev, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 3 augustus 2021 de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had afgewezen als kennelijk ongegrond. Tijdens de zitting op 8 september 2021 zijn zowel de verzoeker als zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door mr. R.A.P.M. van der Zanden.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft deze afgewezen. De reden hiervoor was dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL21.12786) die betrekking had op het beroep van de verzoeker, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.