ECLI:NL:RBDHA:2021:1068

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2021
Publicatiedatum
12 februari 2021
Zaaknummer
C/09/605854 / FA RK 21-167
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging na voortzetting van de crisismaatregel met genderdysforie

Op 15 januari 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan genderdysforie en andere psychische stoornissen. De officier van justitie had op 8 januari 2021 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1996, momenteel verblijft in een accommodatie en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 januari 2021 is de betrokkene gehoord, evenals zijn advocaat en een psychiater. De rechtbank heeft geconstateerd dat de betrokkene suïcidale gedachten heeft en dat zijn geestelijke gezondheid stabilisatie behoeft. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en een zorgplan. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, die geldig is tot en met 11 juli 2021, en heeft de meer of anders verzochte maatregelen afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter J.T.W. van Ravenstein, bijgestaan door griffier K.S. Versteegen, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/605854 / FA RK 21-167
Datum beschikking: 15 januari 2021

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboortedatum]
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. M. van Olffen te Nootdorp.
De rechtbank begrijpt uit de ingezonden stukken dat bij [de vrouw] genderdysforie speelt en dat [de vrouw] ‘ [wensnaam] ’ wil worden genoemd en met ‘hij/hem/zijn’ wil worden aangeduid. Om formele redenen moet de aanduiding van betrokkene in het hoofd van deze beschikking overeenstemmen met de in de Basis registratie personen geregistreerde gegevens. Hetzelfde geldt voor het dictum van de beslissing. In de beschikking zal verder overeenkomstig zijn wens worden gesproken over ‘ [wensnaam] ’ en gebruik worden gemaakt van mannelijke voornaamwoorden.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 8 januari 2021, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 4 januari 2021 ondertekende medische verklaring van 4 januari 2021, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 29 december 2020;
- een zorgplan van 6 januari 2021;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 8 januari 2021.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 januari 2021.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene;
- de advocaat;
- de [psychiater] ;
- de [begeleider]
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft ter zitting aangegeven dat het wisselend met hem gaat. De suïcidale gedachten zijn er nog.
De advocaat heeft namens betrokkene verzocht om toewijzing van het verzoek. Betrokkene begrijpt dat een gedwongen opname nu onontkoombaar is.
De psychiater heeft zich ter zitting volledig aangesloten bij de omschrijving van [wensnaam] , dat het wisselend gaat. Soms gaat het goed, maar er vinden ook met regelmaat escalaties plaats—zo ook een dag voor de zitting. Sinds de traumabehandeling is gestart, ervaart [wensnaam] veel onrust in zijn hoofd, waardoor hij suïcidepogingen onderneemt.

Beoordeling

Op 21 december 2020 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 11 januari 2021.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten PTSS, een verstandelijke beperking, een autisme spectrum stoornis, een impulsbeheersings- en gedragsstoornis en genderdysforie.
Deze (combinatie van) stoornis(sen) leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is slechts in geringe mate in staat zijn gedachten, emoties en gedrag te reguleren en is hiervoor afhankelijk van aansturing van anderen. Bij oplopende spanning is sprake van agressie en suïcidale gedachten, waarbij het betrokkene niet langer lukt samen te werken met zijn behandelaren.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank wijst er op dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van een zorgmachtiging op grond van artikel 8:9 Wvggz pas kan beslissen tot het verlenen van de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg nadat hij zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene, met de betrokkene overleg heeft gevoerd over de voorgenomen beslissing en, voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend.
De rechtbank zal bij de bepaling van de geldigheidsduur rekening houden met het feit dat de beslissing op voornoemd verzoek heeft plaatsgevonden na de expiratiedatum van de laatst geldende machtiging.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1996 te [geboortedatum]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 juli 2021;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.T.W. van Ravenstein, rechter, bijgestaan door K.S. Versteegen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 januari 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 januari 2021.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.