ECLI:NL:RBDHA:2021:10611

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2021
Publicatiedatum
29 september 2021
Zaaknummer
AWB 21/2103
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om uitstel van uitzetting in vreemdelingenzaak

Op 20 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 21/2103. De zaak betreft een verzoek van de verzoeker, die in beroep is tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om te bepalen dat de uitzetting van hem achterwege dient te blijven totdat er op het beroep in de procedure met zaaknummer AWB 21/2106 is beslist. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. Tijdens de beoordeling van het verzoek heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, aangezien er op 13 september 2021 al op het beroep is beslist. Het verzoek is daarom kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. De uitspraak is bekendgemaakt op 20 september 2021.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 21/2103
V-nummer: [V-nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[naam verzoeker], verzoeker,

tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 21/2106 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 13 september 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 20 september 2021.
Afschrift verzonden op: