Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
[de vrouw] ,
[de man] ,
Het procesverloop
- het verzoekschrift met bijlagen van de gecertificeerde instelling;
- het verzoekschrift met bijlagen van de moederszijde;
- het verweerschrift van de gecertificeerde instelling, d.d. 26 augustus 2021;
- het aanvullende verzoekschrift d.d. 6 september 2021 van de moederzijde.
- [vertegenwoordigers van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat.
Feiten
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
- [minderjarige] verblijft feitelijk bij de moeder.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 15 juni 2021 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd van 16 juni 2021 tot 16 juni 2022.
- De rechtbank heeft bij beschikking d.d. 12 januari 2021 – voor zover hier van belang - de volgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld:
- De gecertificeerde instelling heeft op 22 februari 2021 een schriftelijke aanwijzing gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van [minderjarige] . In deze schriftelijke aanwijzing is het volgende opgenomen:
- U zorgt dat [minderjarige] aanwezig is bij de geplande contactmomenten.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 14 april 2021 de schriftelijke aanwijzing d.d. 22 februari 2021 bekrachtigd.
- Namens de moeder is aan de gecertificeerde instelling bij e-mail d.d. 3 september 2021 verzocht om de schriftelijke aanwijzing van 22 februari 2021 in te trekken wegens gewijzigde omstandigheden. Bij e-mail d.d. 7 september heeft de gecertificeerde instelling hierop afwijzend beslist.