Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 20 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om uitstel van uitzetting. Het verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had de voorzieningenrechter verzocht om te bepalen dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten totdat op het beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/5724 is beslist. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. Tijdens de beoordeling van het verzoek is vastgesteld dat er geen aanleiding was om de gevraagde voorziening te treffen, aangezien op 2 september 2021 al op het beroep was beslist. Hierdoor werd het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. De uitspraak is bekendgemaakt op 20 september 2021.