ECLI:NL:RBDHA:2021:10509

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
27 september 2021
Zaaknummer
AWB 21/806 en AWB 21/1020
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om uitzetting achterwege te laten in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan op 21 september 2021 in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P. Kramer-Ograjensek, heeft de voorzieningenrechter verzocht om te bepalen dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten totdat er op het beroep is beslist. Dit verzoek is gedaan in het kader van de procedures met de zaaknummers AWB 21/805 en AWB 21/1019.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen, aangezien er op 7 september 2021 al op het beroep is beslist. Hierdoor is het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. De uitspraak is gedaan op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb, waarbij de voorzieningenrechter buiten zitting uitspraak heeft gedaan.

De beslissing van de voorzieningenrechter is op 20 september 2021 openbaar gemaakt en de uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier. De zaak betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht, met de zaaknummers AWB 21/806 en AWB 21/1020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummers: AWB 21/806 en AWB 21/1020
V-nummer: [Nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[Naam], verzoeker,

gemachtigde mr. P. Kramer-Ograjensek,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummers AWB 21/805 en 21/1019 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 7 september 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 20 september 2021.
Afschrift verzonden op: