Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 21 september 2021, is een verzoek gedaan door een vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.P.J. Cain, om de uitzetting uit te stellen totdat er een beslissing is genomen op een eerder ingediend beroep (zaaknummer AWB 19/4496). De voorzieningenrechter, mr. K.M. de Jager, heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. De rechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, aangezien er op 2 augustus 2021 al een beslissing is genomen op het beroep. Hierdoor werd het verzoek als kennelijk ongegrond beschouwd en afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 september 2021, en de griffier G. de Keuning was aanwezig tijdens de zitting. De uitspraak is gedaan in de zittingsplaats Middelburg, onder het zaaknummer AWB 19/4498.