Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 20 september 2021 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/2270. De voorzieningenrechter, mr. K.M. de Jager, heeft het verzoek van de verzoeker, vertegenwoordigd door gemachtigde mr. E. Arslan, afgewezen. Het verzoek was gericht aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij de verzoeker vroeg om te bepalen dat zijn uitzetting achterwege moest blijven totdat er op zijn beroep in een andere procedure (zaaknummer AWB 20/4309) was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat er op 13 augustus 2021 al een beslissing was genomen in het beroep. Hierdoor was het verzoek kennelijk ongegrond. De uitspraak is gedaan op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb, waarbij de voorzieningenrechter buiten zitting uitspraak heeft gedaan.
De beslissing van de voorzieningenrechter is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 20 september 2021. De griffier, G. de Keuning, was aanwezig bij de uitspraak. De uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd, en een afschrift is verzonden.