In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, een apothekerin uit Duitsland, en de minister voor Medische Zorg. De eiseres had een aanvraag ingediend voor registratie in het BIG-register, maar deze werd afgewezen omdat zij niet kon aantonen dat zij in de vijf jaar voorafgaand aan haar aanvraag minimaal 2080 uur als apotheker had gewerkt. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag rechtmatig was. De eiseres had haar universitair diploma Farmacie in 2013 behaald en had sindsdien in Duitsland en Nederland gewerkt, maar haar werkervaring in Nederland werd niet erkend omdat zij niet geregistreerd was in het BIG-register. De rechtbank benadrukte dat alleen werkervaring die is opgedaan als BIG-geregistreerde meetelt voor de herregistratie-eisen. De eiseres had ook aangevoerd dat de regelgeving niet vereiste dat werkervaring als geregistreerde apotheker moest zijn opgedaan, maar de rechtbank verwierp deze stelling. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet voldeed aan de eisen voor herregistratie en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Raad van State.