ECLI:NL:RBDHA:2021:1041
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening Tozo lening bedrijfskapitaal
In deze zaak hebben verzoekers, ondernemers, een aanvraag ingediend voor een lening bedrijfskapitaal op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) ter hoogte van € 10.157. Deze aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer afgewezen. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens hebben zij beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij zij vroegen om schorsing van het bestreden besluit en toekenning van een voorschot op de lening.
De voorzieningenrechter heeft op 15 februari 2021 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In zijn overwegingen heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat er een spoedeisend belang aanwezig is, gezien de financiële verplichtingen van verzoekers. Echter, volgens artikel 13 van de Tozo is het niet mogelijk om een voorschot op een lening bedrijfskapitaal te verstrekken, omdat de aangevraagde lening niet bedoeld is voor levensonderhoud, waarvoor een andere regeling geldt.
De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet toewijsbaar is, omdat het verzoek feitelijk al zou leiden tot honorering van de gehele aanvraag. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af en benadrukt dat er geen proceskostenveroordeling zal plaatsvinden. Hij geeft aan dat er wel behoefte is aan een spoedige behandeling van de bodemzaak, maar dat dit niet mogelijk is in de huidige procedure. De uitspraak is openbaar gedaan en er staan geen rechtsmiddelen open tegen deze beslissing.