Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eisende partij sub 1] te [plaats 1] ,
4.NEDERLANDS JURISTEN COMITÉ VOOR DE MENSENRECHTEN
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 mei 2021, en de daarin genoemde stukken, waarbij Amnesty International is aangewezen als exclusieve belangenbehartiger en waarin beslissingen over de ontvankelijkheid van partijen zijn genomen;
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 juni 2021. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om eventuele feitelijke onjuistheden ten aanzien van de verslaglegging schriftelijk kenbaar te maken. Bij brief van 26 juli 2021 hebben Amnesty International c.s. van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Deze brief maakt deel uit van de processtukken en de rechtbank wijst dit vonnis met inachtneming van de daarin opgenomen opmerkingen.
2.Inleiding
3.De feiten
De Koninklijke Marechaussee
- i) als sprake is van feiten en omstandigheden die, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden van illegaal verblijf opleveren, dan wel
- ii) ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding.
Behaviour Detectionmethode
Predictive Profiling. De te controleren personen worden vervolgens staande gehouden zodat hun identiteit, nationaliteit en verblijfsstatus kunnen worden vastgesteld.
4.Het geschil
6.Afbakening van het geschil
De individuele vorderingen ten opzichte van de collectieve vorderingen
7.Toetsingskader discriminatie
Niemand mag worden gediscrimineerd door enig openbaar gezag op met name een van de in het eerste lid vermelde gronden.”
a margin of appreciation’) bij het bepalen van situaties waarin hij het maken van onderscheid gerechtvaardigd acht. De reikwijdte van die ruimte wordt mede bepaald door het onderwerp waarover het gaat en de omstandigheden van het geval. Voor het maken van een gerechtvaardigd onderscheid op basis van etnische afkomst en nationaliteit zijn volgens het EHRM zwaarwegende redenen (‘
very weighty reasons’)vereist. Een verschil in behandeling dat ‘louter of in overwegende mate’ is gebaseerd op etniciteit is blijkens de rechtspraak van het EHRM nooit gerechtvaardigd. [14]
8.De beoordeling van de vorderingen
verdenking, van illegaal verblijf of anderszins.
Predicting Profilinggeduide kenmerken. Niet in geschil is dat in deze werkwijze van de KMar etniciteit wel een rol kan spelen bij deze selectiebeslissingen. Dat dit bij de uitvoering van MTV-controles leidt of kan leiden tot een verschil in behandeling tussen mensen dat mede op etnische uiterlijke kenmerken is gebaseerd, is evenmin in geschil. Dit is niet per definitie in strijd met artikel 1 van Protocol nr. 12. De Staat maakt hier gebruik van de discretionaire ruimte die hij heeft bij het bepalen van situaties waarin hij het maken van onderscheid gerechtvaardigd acht. Voor het kunnen maken van een dergelijk onderscheid in de werkwijze van de KMar moet wel een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaan.
vermeendenationaliteit, doet daar niet aan af. De controle vindt immers mede plaats juist omdát de nationaliteit niet al bekend is.