ECLI:NL:RBDHA:2021:10281
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.A.M. Janssen, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was genomen op 13 augustus 2021.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 1 september 2021, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S.R. Kwee. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL21.13186, behandeld, die verband hield met het beroep van verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, in de zaak NL21.13186, het beroep van verzoeker afgewezen. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.