ECLI:NL:RBDHA:2021:10279
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Schouw
- S.D.C.J. Verheezen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Duitsland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. Dit gebeurde op basis van het besluit van 16 juli 2021, waarin werd gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het verzoek vond plaats op 19 augustus 2021 in Breda, waar verzoeker aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. J. Visschers. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. R. Bom, was ook aanwezig, evenals een tolk, N. Shiranian.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (NL21.11627) en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.J. Schouw, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is bekendgemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.