ECLI:NL:RBDHA:2021:10279

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
21 september 2021
Zaaknummer
NL21.11628
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. Dit gebeurde op basis van het besluit van 16 juli 2021, waarin werd gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.

Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het verzoek vond plaats op 19 augustus 2021 in Breda, waar verzoeker aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. J. Visschers. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. R. Bom, was ook aanwezig, evenals een tolk, N. Shiranian.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (NL21.11627) en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.J. Schouw, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is bekendgemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.11628

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam] verzoeker

v-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. R. Bom),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluit van 16 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.11627, op
19 augustus 2021 in Breda behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen N. Shiranian. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.11627, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J. Schouw, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.