ECLI:NL:RBDHA:2021:10217

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
20 september 2021
Zaaknummer
NL21.11795
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag door gebrek aan gronden in beroepschrift

In de zaak tussen eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de rechtbank Den Haag op 14 september 2021 uitspraak gedaan in het bestuursrechtelijke beroep van eiseres, die haar asielaanvraag had ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift van eiseres geen gronden bevatte, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres was op 21 juli 2021 door de rechtbank gewezen op dit gebrek en kreeg de gelegenheid om het verzuim binnen vier weken te herstellen. Echter, eiseres heeft geen gronden ingediend binnen de gestelde termijn, en er was geen bewijs dat dit niet aan haar was toe te rekenen. Hierdoor voldeed het beroep niet aan de eisen van de Awb, en verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.11795

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiseres,

mede ten behoeve van haar minderjarige kinderen
[Naam 2] en [Naam 3],
v-nummers: [Nummer], [Nummer 2] en [Nummer 3]
(gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 1 juli 2021 heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen
Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:5, eerste lid, onder d, van de Awb, bevat het beroepschrift de gronden van beroep. Indien niet aan dit vereiste is voldaan, kan op grond van artikel 6:6 Awb het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard, mits eiser de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
2. De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift van eiseres geen gronden bevat. Eiseres is bij brief van 21 juli 2021 door de rechtbank hierop gewezen en heeft hem in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen binnen vier weken na de verzending van de brief. Daarbij is eiseres erop gewezen dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als de gronden niet binnen de gestelde termijn worden ingediend. Eiseres heeft geen gronden ingediend binnen de gestelde termijn. Niet is gebleken dat dit niet aan eiseres is toe te rekenen. Het beroep voldoet dan ook niet aan de eisen van artikel 6:5 Awb.
3. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.