ECLI:NL:RBDHA:2021:10217
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag door gebrek aan gronden in beroepschrift
In de zaak tussen eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de rechtbank Den Haag op 14 september 2021 uitspraak gedaan in het bestuursrechtelijke beroep van eiseres, die haar asielaanvraag had ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift van eiseres geen gronden bevatte, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres was op 21 juli 2021 door de rechtbank gewezen op dit gebrek en kreeg de gelegenheid om het verzuim binnen vier weken te herstellen. Echter, eiseres heeft geen gronden ingediend binnen de gestelde termijn, en er was geen bewijs dat dit niet aan haar was toe te rekenen. Hierdoor voldeed het beroep niet aan de eisen van de Awb, en verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.