ECLI:NL:RBDHA:2021:10212

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
20 september 2021
Zaaknummer
NL21.13314
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.J. Schenkman, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 17 augustus 2021, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.

Tijdens de zitting op 1 september 2021, waar de zaak samen met een andere zaak (NL21.13313) werd behandeld, is verzoeker niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris, mr. M.A.M. Janssen, wel aanwezig was via een skype-verbinding. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar de uitspraak in de andere zaak, waarin het beroep van verzoeker werd behandeld. Op basis van deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 september 2021 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.13314

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam] verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. R.J. Schenkman),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.A.M. Janssen).

Procesverloop

Bij besluit van 17 augustus 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de zaak NL21.13313, plaatsgevonden op 1 september 2021. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, die per skype-verbinding heeft deelgenomen aan de behandeling ter zitting.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.13313, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, op 15 september 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.