Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de meervoudige kamer van de rechtbank
[de man] en [de vrouw] ,
Het procesverloop
Verzoeken en verweer
Beoordeling
Beslissing
gelegen vóór 3 januari 2022;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 23 juli 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van vijf minderjarigen, te weten [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3], [minderjarige 4] en [minderjarige 5]. De rechtbank oordeelde dat de problematiek en ontwikkelingsachterstanden van de kinderen de capaciteiten van de ouders overstijgen. De ouders hebben tot op heden niet voldaan aan de voorwaarden voor terugplaatsing, waaronder het starten van behandeling voor de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen in pleeggezinnen en gezinshuizen de stabiliteit en zorg ontvangen die zij nodig hebben. De machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 3 januari 2022, in afwachting van de resultaten van een NIFP-onderzoek dat in oktober 2021 zal starten. Daarnaast heeft de rechtbank de schriftelijke aanwijzing van 16 juli 2021 vervallen verklaard en bepaald dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] één weekend per maand bij de ouders mogen logeren. De ouders hebben onvoldoende verantwoordelijkheid genomen voor de zorg en ontwikkeling van de kinderen, wat heeft geleid tot deze beslissing.