ECLI:NL:RBDHA:2020:9897

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 maart 2020
Publicatiedatum
5 oktober 2020
Zaaknummer
C/09/587364 / FA RK 20-257
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvulling en verbetering van de akte burgerlijke stand met betrekking tot een rechtsgeldig buitenlands huwelijk en de geboorteakte van een minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2020 een beschikking gegeven inzake de aanvulling en verbetering van de geboorteakte van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2019 te [geboorteplaats]. De zaak is aanhangig gemaakt door de officier van justitie in het arrondissement Den Haag, die verzocht om verbetering van de geboorteakte, omdat er ten onrechte geen vadergegevens waren opgenomen, terwijl de ouders ten tijde van de geboorte gehuwd waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de moeder op 9 [huwelijksdatum] 2018 te [huwelijksplaats], Marokko, met elkaar gehuwd zijn en dat de man de Nederlandse nationaliteit heeft, terwijl de moeder de Marokkaanse nationaliteit heeft.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en dat Nederlands recht van toepassing is, omdat het verzoek betrekking heeft op de verbetering van een Nederlandse akte. De rechtbank heeft verder vastgesteld dat het huwelijk van de ouders rechtsgeldig is en dat de minderjarige op grond van zowel Marokkaans als Nederlands recht als juridisch kind van de man moet worden erkend.

De rechtbank heeft besloten dat de geboorteakte van de minderjarige moet worden verbeterd en aangevuld met de ontbrekende vadergegevens, en heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand verzocht om de akte aan te passen. De beschikking is gegeven door mr. W.G. de Boer, (kinder)rechter, en uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 20-257
Zaaknummer: C/09/587364
Datum beschikking: 6 maart 2020

Aanvulling en verbetering akte register burgerlijke stand

Beschikkingop het op 20 januari 2020 ingekomen verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Den Haag.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[X]

de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
en

[Y]

de man,
wonende te [woonplaats] .

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift.

Feiten

  • Op 24 oktober 2019 is door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaatsnaam] een akte opgemaakt van de geboorte van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2019 te [geboorteplaats] .
  • Blijkens een kopie van een Marokkaanse huwelijksakte met vertaling zijn de man en de moeder met elkaar gehuwd op 9 [huwelijksdatum] 2018 te [huwelijksplaats] , Marokko.
  • Volgens de BRP heeft de man de Nederlandse nationaliteit en de moeder de Marokkaanse.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot aanvulling en verbetering van de geboorteakte nummer [nr.] -2019 van het jaar 2019, ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente
[geboorteplaats] op [datum] 2019.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
De rechtbank is van oordeel dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht toekomt. Nu het verzoek gaat om verbetering van een Nederlandse akte, is Nederlands recht van toepassing.
Inhoudelijke beoordeling
Op grond van artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden gelast door de rechtbank.
De ambtenaar heeft de officier van justitie bij bericht van 10 december 2019 verzocht om het verzoek tot verbetering van de geboorteakte bij de rechtbank in te dienen. Door de ambtenaar is aangevoerd dat in de geboorteakte ten onrechte geen vadergegevens zijn opgenomen. De ouders waren ten tijde van de geboorte gehuwd. De ambtenaar heeft verzocht de geboorteakte aan te vullen met de vadergegevens en de geslachtsnaam van het kind te verbeteren.
De moeder en de man hebben door middel van het bij het verzoekschrift gevoegde instemmingsbericht aangeven dat zij willen dat de geboorteakte van [minderjarige] wordt verbeterd en aangevuld.
De rechtbank overweegt als volgt.
Bij de beoordeling van de vraag of [minderjarige] in familierechtelijke betrekkingen tot de man is komen staan, rijst de voorvraag of het tussen de moeder en de man gesloten huwelijk in Nederland moet worden erkend. Op grond van artikel 10:33 BW zijn – ook als over de erkenning van de rechtsgeldigheid van een huwelijk als voorvraag wordt beslist – de artikelen 10:31 en 10:32 BW van toepassing.
Op grond van artikel 10:31 lid 1 BW wordt een buiten Nederland gesloten huwelijk dat ingevolge het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden, in Nederland als zodanig erkend. Ingevolge lid 4 van dit artikel wordt een huwelijk vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit. De in deze bepaling bedoelde huwelijksverklaring omvat elk stuk dat door een in de staat van huwelijksvoltrekking bevoegde autoriteit is afgegeven om tot bewijs van het bestaan van een huwelijk te dienen.
Blijkens een overgelegde kopie van de Marokkaanse huwelijksakte met vertaling zijn de man en de moeder met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] 2018 te [huwelijksplaats] , Marokko. De rechtbank is van oordeel dat het huwelijk van partijen gelet op de stukken als rechtsgeldig moet worden aangemerkt en daarom op grond van artikel 10:31 BW in Nederland moet worden erkend.
Volgens artikel 10:92 lid 1 BW wordt de vraag of een kind door geboorte in familierechtelijke betrekkingen komt te staan tot de vrouw uit wie het is geboren en de met haar gehuwde of gehuwd geweest zijnde persoon, bepaald door:
  • het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de vrouw en die persoon of, indien dit ontbreekt,
  • het recht van de staat waar de vrouw en die persoon elk hun gewone verblijfplaats hebben, of indien ook dit ontbreekt,
  • het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind.
Wanneer de in lid 1 genoemde persoon en de vrouw een nationaliteit gemeenschappelijk hebben, geldt volgens lid 2 van artikel 10:92 BW voor de toepassing van lid 1 als hun nationale recht het recht van die nationaliteit, ongeacht of zij beiden dan wel één hunner nog een andere nationaliteit bezitten. Bezitten de echtgenoten meer dan een gemeenschappelijke nationaliteit, dan worden zij geacht geen gemeenschappelijke nationaliteit te hebben.
Volgens lid 3 van dit artikel is voor de toepassing van het eerste lid, voor zover hier relevant, bepalend het tijdstip van de geboorte van het kind.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het toepasselijk recht als volgt.
Vaststaat dat de man ten tijde van de geboorte van [minderjarige] in ieder geval de Nederlandse nationaliteit had en dat de moeder de Marokkaanse nationaliteit had.
De man is geboren in Marokko, zodat de rechtbank het niet onaannemelijk acht, dat hij naast de Nederlandse nationaliteit ook de Marokkaanse nationaliteit heeft. In dat geval hebben de moeder en de man de Marokkaanse nationaliteit als gemeenschappelijke nationaliteit en wordt de vraag of [minderjarige] door geboorte in familierechtelijke betrekkingen is komen te staan tot de man, bepaald door Marokkaans recht. Vaststaat dat de moeder ten tijde van de geboorte van [minderjarige] was gehuwd met de man, zodat [minderjarige] op grond van Marokkaans recht (meer in het bijzonder de artikelen 152 tot en met 154 van de Mudawwana), met zijn geboorte van rechtswege in familierechtelijke betrekkingen tot de man is komen te staan.
Indien de man niet tevens de Marokkaanse nationaliteit heeft, dan hebben de moeder en de man geen gemeenschappelijke nationaliteit. De vraag of [minderjarige] door geboorte in familierechtelijke betrekkingen is komen te staan tot de man, wordt dan bepaald door Nederlands recht, nu de vrouw en de man hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden ten tijde van de geboorte van [minderjarige] .
Vaststaat dat de moeder ten tijde van de geboorte van [minderjarige] was gehuwd met de man, zodat de man op grond van artikel 1:199 onder a BW als juridisch vader aangemerkt dient te worden.
Nu de man zowel naar Marokkaans recht als naar Nederlands recht moet worden aangemerkt als juridisch vader van [minderjarige] , ziet de rechtbank af van nadere vragen over de nationaliteit van de man en zal de rechtbank thans beslissen.
Gelet op het voorgaande zijn in de geboorteakte van [minderjarige] ten onrechte niet de gegevens van de man opgenomen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de geboorteakte dient te worden verbeterd en aangevuld conform het verzoek van de ambtenaar.
Het verzoek is op de wet gegrond en op navolgende wijze voor toewijzing vatbaar.

Beslissing

De rechtbank:
gelast de aanvullening en verbetering van de akte, nummer [nr.] , van het jaar 2019, voorkomend in het register van geboorten van de gemeente [geboorteplaats] , in dier voege dat in deze akte:
in het eerste gedeelte van de akte (KIND) wordt verbeterd:
geslachtsnaam: [geslachtsnaam Y]
in het tweede gedeelte van de akte (OUDERS) wordt aangevuld:
geslachtsnaam man: [geslachtsnaam Y]
voornamen man: [voornaam Y]
in het derde gedeelte van de akte (OVERIGE GEGEVENS, GEBOORTEGEGEVENS OUDERS) wordt opgenomen:
plaats van geboorte man: [geboorteplaats Y] , Marokko
dag van geboorte man: [geboortedatum Y] -1969
Deze beschikking is gegeven door mr. W.G. de Boer, (kinder)rechter, bijgestaan door
mr. M. Corver als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 6 maart 2020.