Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 september 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
16 juli 2019 de uitkering van eiseres ingevolge de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA) beëindigd.
Overwegingen
2 maart 2009 ziek gemeld met lichamelijke en psychischeklachten. Aan eiseres is na einde van beide dienstverbanden een uitkering ingevolge de Ziektewet (ZW) toegekend. Met een aanvraag van 30 oktober 2010 heeft eiseres bij verweerder verzocht om een WIA-uitkering. Per einde wachttijd is eiseres in aanmerking gebracht voor een WIA-uitkering. Eiseres is op dat moment op arbeidsdeskundige gronden arbeidsongeschikt te achten naar de mate van 80-100%. Vervolgens heeft verweerder eiseres uitgenodigd voor een herbeoordeling om de mogelijkheden van eiseres om te werken te bepalen.
25 maart 2019. In dit rapport staat vermeld dat de beperkingen ten aanzien van de schouder volgens de primaire verzekeringsarts duurzaam zijn. De primaire verzekeringsarts concludeert dat de beperkingen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren niet duurzaam zijn, omdat er nog behandeling mogelijk is. De beperkingen van eiseres zijn vastgelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De primaire arbeidsdeskundige heeft hierna onderzoek verricht en de bevindingen neergelegd in een rapport van
13 mei 2019. Op basis van de FML van de primaire verzekeringsarts zijn de volgende functies geschikt geacht voor eiseres: Textielproductenmaker (geen machines bedienen) (SBC-code 111160), Medewerker tuinbouw (planten, bloemen en vruchten) (SBC-code 111010) en Productiemedewerker papier, karton, drukkerij (SBC-code 11174). Eiseres kan met deze functies meer dan 65% van het maatmaninkomen verdienen. Verweerder heeft vervolgens de WIA-uitkering beëindigd.
Beslissing
mr. L. Lemmen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 september 2020.