ECLI:NL:RBDHA:2020:9602
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van homoseksuele Oegandees
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 september 2020 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een homoseksuele man van Oegandese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond bij besluit van 1 juli 2020. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 1 september 2020, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. C.W. Griffioen, is het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag uitspraak werd gedaan in het beroep met zaaknummer NL20.13744. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Kos, in aanwezigheid van griffier mr. S.S.O.L. Chung A Hing. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.