In deze zaak heeft de eiser, die bijzondere bijstand aanvraagt om de eigen bijdrage voor advocaatkosten te kunnen betalen, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de verweerder, het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek. De eiser had een aanvraag ingediend op 23 juli 2020 en heeft op 19 september 2020 beroep ingesteld, omdat er nog geen besluit was genomen. De voorzieningenrechter heeft op 22 september 2020 het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de zitting op 23 september 2020 doorging zonder de eiser.
De rechtbank heeft op 30 september 2020 uitspraak gedaan. De rechtbank overweegt dat, nu de zitting waarvoor de eiser rechtsbijstand wenste al heeft plaatsgevonden, de eiser geen procesbelang meer heeft bij zijn beroep tegen het niet tijdig beslissen. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen bevoegdheid om een dwangsom vast te stellen, omdat er geen procesbelang meer is. De eiser heeft geen recht op proceskostenvergoeding, omdat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. M.P. Verloop, in aanwezigheid van griffier mr. J.P. Brand, en is openbaar uitgesproken op 30 september 2020. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.