ECLI:NL:RBDHA:2020:9386
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardigheid van het asielrelaas van eisers uit Pakistan
In deze zaak hebben eisers, een gezin uit Pakistan, een asielaanvraag ingediend op basis van problemen die zij zouden hebben ondervonden naar aanleiding van een cartoonwedstrijd georganiseerd door Geert Wilders. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen afgewezen, omdat hij de verklaringen van eisers ongeloofwaardig achtte. De rechtbank heeft op 9 januari 2020 uitspraak gedaan na een zitting op 9 januari 2020, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvragen door de staatssecretaris bevestigd.
De rechtbank overweegt dat eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun claims. Ze hebben verklaard dat eiser in Pakistan is bedreigd en mishandeld door onbekende personen, maar de rechtbank vindt deze verklaringen niet geloofwaardig. De rechtbank wijst erop dat eisers niet hebben kunnen uitleggen waarom zij, ondanks de bedreigingen, naar Nederland zijn gekomen. Bovendien zijn de verklaringen over de mishandeling en de schietincidenten niet voldoende onderbouwd. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvragen ongegrond zijn, omdat eisers niet hebben aangetoond dat zij daadwerkelijk gevaar lopen in Pakistan.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.