Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam 1], V-nummer: [V-nummer 1], eiser, en
[Naam 3],
[Naam 4]en
[Naam 5]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 16 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvragen van eisers om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Overwegingen
TDV: titre de voyage) is uitgereikt, geldig tot 4 december 2022 (eiser en eiseres), 4 december 2020 ([Naam 3] en [Naam 4]) en 6 februari 2021 ([Naam 5]). Hieruit blijkt dat eisers op legale wijze Griekenland weer kunnen inreizen. Daarnaast geldt op grond van vaste jurisprudentie dat het eindigen van een verblijfstitel nog niet betekent dat er geen aanspraak meer bestaat op internationale bescherming. De rechtbank wijst bij wijze van voorbeeld op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) van 18 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2484. In het geval van eisers is niet gebleken dat de door Griekenland verleende vluchtelingenstatus daadwerkelijk is ingetrokken.