ECLI:NL:RBDHA:2020:9257

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 september 2020
Publicatiedatum
24 september 2020
Zaaknummer
09/837106-19 en 09/852073-20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van witwassen en diefstal, veroordeling voor het voorhanden hebben van hennep

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 uitspraak gedaan in de zaken met parketnummers 09/837106-19 en 09/852073-20. De verdachte werd beschuldigd van verschillende feiten, waaronder witwassen, heling en diefstal van gereedschappen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde witwassen en diefstallen, omdat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid bij de aangetroffen goederen. De rechtbank kon niet vaststellen dat de verdachte wist dat de goederen afkomstig waren van diefstal, ondanks dat zijn telefoon zich in de nabijheid van de diefstallen bevond. De rechtbank oordeelde dat de enkele aanwezigheid van de telefoon niet voldoende was om de betrokkenheid van de verdachte bij de auto-inbraken vast te stellen.

Wel werd de verdachte veroordeeld voor het voorhanden hebben van ongeveer 107 gram hennep, wat hij had bekend. De rechtbank legde een geldboete op van € 400, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen behandeld, maar verklaarde deze niet-ontvankelijk, omdat de verdachte van de feiten waarop de vorderingen betrekking hadden werd vrijgesproken. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen aan de rechthebbende.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/837106-19 en 09/852073-20 (ttz. gevoegd)
Datum uitspraak: 24 september 2020
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaken van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats],
[adres 1]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 10 september 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. N.J. Ros en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. R.P.A. Kint naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De beschuldigingen tegen de verdachte zijn ten laste gelegd in twee dagvaardingen.
Aan de verdachte is na wijziging tenlastelegging, kort samengevat, ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan:
Dagvaarding I met parketnummer 09/837106-19:
  • witwassen, al dan niet in vereniging, van verschillende goederen, waaronder (elektrische) gereedschappen, elektrische apparatuur, documenten en pasjes in de periode van 4 oktober 2016 tot en met 20 februari 2019 te Den Haag en/of Rijswijk en/of opzetheling van die goederen (feit 1 primair) dan wel schuldheling (feit 1 subsidiair);
  • voorhanden hebben van 107 gram hennep op 20 februari 2019 te Den Haag (feit 2);
  • diefstal uit een bestelauto, al dan niet in vereniging, in de periode van 7 februari 2019 tot en met 8 februari 2019 te Zoetermeer (feit 3);
  • diefstal uit een bestelauto, al dan niet in vereniging, in de periode van 24 januari 2019 tot en met 25 januari 2019 te Hellevoetsluis (feit 4);
Dagvaarding II met parketnummer 09/852073-20:
  • diefstal uit een bestelauto, al dan niet in vereniging, in de periode van 5 februari 2019 tot en met 6 februari 2019 te Zoetermeer (feit 1);
  • diefstal uit een bestelauto, al dan niet in vereniging, in de periode van 7 januari 2019 tot en met 8 januari 2019 te Noordwijkerhout (feit 2);
  • diefstal uit een bestelauto, al dan niet in vereniging, in de periode van 28 januari 2019 tot en met 29 januari 2019 te Oegstgeest (feit 3)
  • diefstal uit een bestelauto, al dan niet in vereniging, in de periode van 7 januari 2019 tot en met 8 januari 2019 te Rijswijk (feit 4);
  • diefstal uit een bestelauto, al dan niet in vereniging, in de periode van 4 februari 2019 tot en met 5 februari 2019 te Zoetermeer (feit 5);
  • diefstal uit een bestelauto, al dan niet in vereniging, in de periode van 7 februari 2019 tot en met 8 februari 2019 te Zoetermeer (feit 6).
De volledige - ter terechtzitting van 10 september 2020 gewijzigde - tenlasteleggingen zijn integraal opgenomen als bijlage I en maken onderdeel uit van dit vonnis.

3.Overwegingen

3.1
Inleiding
De verdachte is aangehouden nadat de politie op verschillende locaties goederen heeft aangetroffen die in verband werden gebracht met diefstallen uit bedrijfsauto’s. Naar aanleiding hiervan is het onderzoek Fabrilia gestart en is onderzoek gedaan naar diefstal uit verschillende bedrijfsauto’s en het witwassen dan wel de heling van onder andere gereedschappen. In dit onderzoek zijn naast de verdachte onder meer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] als verdachten aangemerkt.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. Op haar specifieke standpunten wordt hierna - voor zover relevant – nader ingegaan.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, overeenkomstig zijn pleitnota, gerefereerd voor wat betreft het voorhanden hebben van de hennep en voorts bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van alle overige feiten. Op specifieke standpunten van de verdediging zal hierna – voor zover relevant – nader worden ingegaan.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
3.4.1
Dagvaarding I (feit 1)
Op vier verschillende adressen hebben doorzoekingen plaatsgevonden en daarbij zijn goederen aangetroffen die grotendeels van diefstal afkomstig bleken te zijn. Het gaat daarbij om de volgende locaties:
- [adres 2] te Den Haag;
- een opslagruimte bij [adres 3] te Rijswijk;
- een woning aan [adres 4] te Den Haag;
- en een woning aan [adres 5] te Den Haag.
De vraag die aan de rechtbank voorligt, is of de verdachte wist dat deze goederen op die locaties lagen en of hij wist van de criminele herkomst daarvan.
[adres 2] in Den Haag
Met betrekking [adres 2] te Den Haag overweegt de rechtbank als volgt. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zijn [vriendin] , op dit adres woont en dat hij regelmatig bij haar in de woning verbleef.
In de woning zijn twee stuks gereedschap in beslag genomen. De verdachte heeft naar voren gebracht dat deze goederen eigendom zijn van de broer van [vriendin] . De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat deze goederen afkomstig zijn van diefstal, zodat niet kan worden bewezen dat de verdachte dit gereedschap heeft witgewassen of geheeld.
Daarnaast is een grote hoeveelheid gereedschappen in de kelderbox van deze woning aangetroffen waarvan deels is vast te stellen dat deze van diefstal afkomstig zijn. De verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij geen toegang had tot die kelderbox, en hij heeft ontkend dat deze goederen aan hem toebehoorden. De goederen zijn aangetroffen in een tas met daarop de naam: ‘ [medeverdachte 2] ’. [vriendin] heeft verklaard dat de kelderbox wel eens wordt gebruikt door een vriend om spullen in te bewaren. Die vriend heet [medeverdachte 2] . De rechtbank kan, gelet op het voorgaande, niet vaststellen dat de tas en de gereedschappen die in de kelderbox zijn aangetroffen aan de verdachte toebehoorden. De enkele omstandigheid dat [vriendin] op de vraag van wie het gereedschap is, heeft geantwoord: ‘Moet je maar aan [verdachte] vragen’ is hiertoe, mede gelet op haar eerdere verklaring, onvoldoende. De officier van justitie heeft in dit verband nog gewezen op de spraakberichten die in de telefoon van [medeverdachte 1] zijn aangetroffen. De stemmen die te horen zijn, worden door de politie herkend als de stemmen van [medeverdachte 1] en de verdachte. Hoewel in die gesprekken wordt gesproken over gereedschappen en gereedschapskoffers kan niet worden vastgesteld dat deze gesprekken enig verband houden met de aangetroffen goederen in de kelderbox van de woning aan [adres 2] .
De rechtbank kan, alles afwegende, niet vaststellen dat de verdachte wist dat in de kelderbox gereedschap lag of dat dit gereedschap een criminele herkomst had, zodat hij van het witwassen dan wel de heling van deze goederen moet worden vrijgesproken.
[adres 3] in Rijswijk
In de opslagruimte bij [adres 3] te Rijswijk is een grote hoeveelheid goederen aangetroffen, waarvan een groot deel van diefstal afkomstig bleek te zijn. De politie heeft de camerabeelden van deze loods uitgekeken. Op deze beelden zijn verschillende personen in wisselende samenstellingen te zien. Op 29 januari 2019 en 2 februari 2019 zijn twee mannen op de beelden te zien. Eén man is herkend als [medeverdachte 1] . De politie heeft de andere man niet herkend, maar volgens de politie past het signalement van die man bij het signalement van de verdachte. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat deze enkele omstandigheid onvoldoende is om de wetenschap en betrokkenheid van de verdachte bij de goederen in de opslagbox vast te stellen.
[adres 4] en [adres 5] in Den Haag
In de woningen aan [adres 4] en aan [adres 5] te Den Haag hebben doorzoekingen plaatsgevonden, waarbij een groot aantal goederen is aangetroffen. De aangetroffen goederen betroffen voornamelijk gereedschappen, waarvan deels is vast te stellen dat deze van diefstal afkomstig zijn. Een deel van de goederen is door aangevers herkend als hun weggenomen goederen. Uit het dossier blijkt geen enkele betrokkenheid van de verdachte bij de op deze adressen aangetroffen goederen. Zo zijn geen persoonlijke spullen van de verdachte in die woningen aangetroffen en kan ook niet worden vastgesteld dat hij daar (regelmatig) kwam.
Conclusie
Nu de rechtbank niet heeft kunnen vast stellen dat:
 de (twee) goederen, die in de woning aan [adres 2] te Den Haag in beslag zijn genomen, van diefstal afkomstig zijn;
 de verdachte de goederen, die in de kelderbox bij die woning zijn aangetroffen, heeft verworven en/of voorhanden gehad;
 en evenmin betrokkenheid van de verdachte bij de gestolen goederen op de andere adressen is vastgesteld;
zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het onder feit 1 van dagvaarding I ten laste gelegde witwassen en/of heling.
3.4.2
Dagvaarding I (feiten 3 en 4) en dagvaarding II (feiten 1 tot en met 6)
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder dagvaarding I (feiten 3 en 4) en dagvaarding II (feiten 1 tot en met 6) ten laste gelegde en overweegt daartoe als volgt.
Uit onderzoek naar de historische telefoongegevens blijkt dat het [telefoonnummer] om en nabij het tijdstip van deze diefstallen zendmasten heeft aangestraald in de nabije omgeving van de locaties waar de diefstallen zijn gepleegd. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat dit telefoonnummer toebehoort aan zijn [vriendin] , maar dat ook hij dat nummer (soms) gebruikt. Bovendien blijkt uit het onderzoek van de politie dat de voicemail behorende bij dit telefoonnummer is ingesproken door de verdachte. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat het [telefoonnummer] in gebruik was bij de verdachte.
Dat de telefoon die in gebruik was bij de verdachte zich bevond in de nabije omgeving van alle acht diefstallen is voor de rechtbank echter onvoldoende om de betrokkenheid van de verdachte bij de auto-inbraken vast te stellen. De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de in het dossier gevoegde (chat)gesprekken met het nummer eindigend op [telefoonnummer] , waarin wordt gesproken over merknamen van gereedschappen en over de verkoop van gereedschap, belastend zijn voor de verdachte. Deze gesprekken vonden echter plaats op 30 januari 2019. De verdachte wordt geen auto-inbraak op die datum verweten. Er is daarom onvoldoende bewijs dat de verdachte de ten laste gelegde diefstallen heeft gepleegd. Nu in het dossier geen andere bewijsmiddelen naar voren komen die zien op de betrokkenheid van de verdachte bij deze feiten, zal de rechtbank hem vrijspreken van de feiten 3 en 4 van dagvaarding I en de feiten 1 tot en met 6 van dagvaarding II.
3.4.3
Dagvaarding I (feit 2)
De rechtbank zal voor dagvaarding II (feit 2) volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte heeft dit bewezen verklaarde feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen algehele vrijspraak bepleit.
De rechtbank acht de feiten wettig en overtuigend bewezen gelet op:
 de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 10 september 2020;
 het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt op 21 februari 2019 (p.188) inzake de verklaring van [vriendin] - na confrontatie met de aangetroffen zak hennep - dat zij daar zalf van maakte voor de kleinkinderen;
 het proces-verbaal, opgemaakt op 21 februari 2019 (p. 186-229) inzake het aantreffen van een zak met hennepresten;
 het proces-verbaal, opgemaakt op 21 februari 2019 (p.503) inzake het onderzoek naar de in beslag genomen hennep.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte:
op 20 februari 2020 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan [adres 2] ongeveer 107 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Voorts heeft zij de gevangenneming gevorderd voor feit 2 (dagvaarding I) en de feiten 1 tot en met 6 (dagvaarding II).
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de strafmaat. De raadsman heeft zich verzet tegen de vordering gevangenneming en heeft opheffing van de voorlopige hechtenis voor de feiten 1, 3 en 4 (dagvaarding I) verzocht.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van ongeveer 107 gram hennep. Dat is veel meer dan een gebruikershoeveelheid. Hennep bevat voor de gezondheid van gebruikers daarvan schadelijke stoffen en het gebruik ervan is ook bezwarend voor de samenleving onder meer vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 11 augustus 2020. Hieruit blijkt niet dat de verdachte recent onherroepelijk is veroordeeld voor vergelijkbare feiten.
De rechtbank acht, gelet op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden. De rechtbank zal bepalen dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van de geldboete in mindering zal worden gebracht. Dit betekent dat er geen te betalen bedrag meer resteert.
Gelet op de partiële vrijspraak en de veroordeling tot een geldboete zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot gevangenneming voor feit 2 (dagvaarding I) en de feiten 1 tot en met 6 (dagvaarding II) afwijzen, en het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis voor de feiten 1, 3 en 4 (dagvaarding I) opheffen.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen

Ten aanzien van dagvaarding I, feit 1
[benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 1.533,38, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[benadeelde 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 555,00 te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[benadeelde 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 4.226,60, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit aan materiële schade.
[benadeelde 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 1.261,96, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[benadeelde 5] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 8.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[benadeelde 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 4.140,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[benadeelde 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 355,01, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[benadeelde 8] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 7.964,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[benadeelde 9] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 2.503,40, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Ten aanzien van dagvaarding II, feit 2
[benadeelde 10] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 5.811,12, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Ten aanzien van dagvaarding II, feit 5
[benadeelde 11] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 4.100,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 10] toewijsbaar is tot een bedrag van € 1.716,56. Zij heeft daarbij de oplegging van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel gevorderd. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht om de benadeelde partij [benadeelde 10] niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 11] niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat deze vordering niet met stukken is onderbouwd.
Ten aanzien van de overige vorderingen van de benadeelde partijen heeft de officier van justitie geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring daarvan omdat de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal van de weggenomen goederen niet kan worden vastgesteld en daarmee geen sprake is van een rechtstreeks gevolg tussen de schadeposten en het handelen van de verdachte.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht de vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, nu hij vrijspraak heeft bepleit voor de betreffende feiten.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht de vorderingen - met uitzondering van de vorderingen van [benadeelde 10] en [benadeelde 11] - niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de schade niet is veroorzaakt door de strafbare feiten die door de verdachte zijn gepleegd.
Meer subsidiair stelt de raadsman bij een aantal vorderingen dat deze vorderingen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard nu de behandeling hiervan een te grote belasting van het strafgeding in zou houden en/of geen sprake is van rechtstreekse schade.
Uiterst subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat een deel van de vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd en daarom moeten worden afgewezen. Daarnaast heeft de raadsman bepleit dat de vorderingen van [benadeelde 1] en [benadeelde 3] moeten worden gematigd.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vordering, aangezien de verdachte van de feiten waarop die vorderingen betrekking hebben - te weten de feiten 1, 3 en 4 (dagvaarding I) en de feiten 1 tot en met 6 (dagvaarding II) - zal worden vrijgesproken.
Nu deze benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen, dienen zij te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte in verband met de vordering heeft gemaakt en nog zal maken, welke kosten de rechtbank begroot op nihil.

8.De in beslag genomen goederen

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (de beslaglijst, die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht) worden verbeurd verklaard.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen goederen dienen te worden geretourneerd aan de rechthebbende, dat is de broer van [vriendin] .
8.3
Het standpunt van de verdediging
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de rechthebbende gelasten van de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen. De verdachte heeft verklaard dat deze goederen toebehoren aan de broer van [vriendin] .

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 23, 24 c en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst II.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding I met parketnummer 09/837106-19 (feiten 1, 3 en 4) en dagvaarding II met parketnummer 09/852073-20 (feiten 1 tot en met 6) ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het bij dagvaarding I met parketnummer 09/837106-19 onder 2 tenlastegelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwetgegeven verbod;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een geldboete van
€ 400,00 (vierhonderd euro);
bepaalt dat de geldboete bij gebreke van betaling en verhaal zal worden vervangen
door hechtenis voor de tijd van 8 (acht) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde geldboete geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht zal geschieden op € 50,00 (vijftig euro) per dag;
de voorlopige hechtenis;
wijst af de vordering tot gevangenneming van de verdachte voor feit 2 (dagvaarding I) en de feiten onder 1 tot en met 6 (dagvaarding II);
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis voor de feiten 1, 3 en 4 (dagvaarding I);
de vorderingen van de benadeelde partijen:
verklaart:
  • [benadeelde 10] ;
  • [benadeelde 11] ;
  • [benadeelde 1] ;
  • [benadeelde 2] ;
  • [benadeelde 3] ;
  • [benadeelde 4] ;
  • [benadeelde 5] ;
  • [benadeelde 6] ;
  • [benadeelde 7] ;
  • [benadeelde 8] ;
  • [benadeelde 9] ;
niet-ontvankelijk in de ingediende vordering;
veroordeelt de benadeelde partijen in de proceskosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
de in beslag genomen goederen:
gelast de teruggave aan de rechthebbende van de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen, te weten
:twee stuks gereedschap.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.P.M. Meskers, voorzitter,
mr. M. Rigter, rechter,
mr. A.M. Gruschke, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. A.M. van der Wal- de Zoeten, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 september 2020.
Bijlage I:
Tekst tenlastelegging
Dagvaarding I met parketnummer 09/837106-19:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 oktober 2016 tot en met 20 februari 2019 te 's-Gravenhage en/of Rijswijk, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt, althans zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan witwassen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), (uit hoofde van die gewoonte), (telkens) in voornoemde periode van één of meerdere voorwerpen (diverse (elektrische) gereedschappen (en/of toebehoren), (elektrische) apparatuur (en/of onderdelen), documenten, pasjes (zie bijlage)),
- de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of
- verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld, wie de rechthebbende(n) op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen
- verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden,
dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen,
onmiddellijk of middellijk,
afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
(420bis lid 1 sub a en b Sr, opzetwitwassen)
(420bis.1 Sr, eenvoudig witwassen)
(420quater Sr, schuldwitwassen)
(420ter Sr, gewoontewitwassen)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2016 tot en met 20 februari 2019 te ’s-Gravenhage en/of Rijswijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) diverse (elektrische) gereedschappen (en/of toebehoren) en/of (elektrische) apparatuur (en/of onderdelen) en/of documenten en/of pasjes (zie bijlage) verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goederen (telkens) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(416 lid 1 sub a Sr, opzetheling)
(417 Sr, gewoonteheling)
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2016 tot en met 18 februari 2019 te ’s-Gravenhage en/of Rijswijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, diverse (elektrische) gereedschappen (en/of toebehoren) en/of (elektrische) apparatuur (en/of onderdelen) en/of documenten en/of pasjes (zie bijlage) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goederen (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(417bis lid 1 sub a Sr, schuldheling)
2.
hij op of omstreeks 20 februari 2019 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] ) ongeveer 107 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 11 lid 2 Opiumwet
3.
hij in of omstreeks de periode van 7 februari 2019 tot en met 8 februari 2019 te Zoetermeer
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse (elektrische) gereedschappen en/of toebehoren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 34] en/of [benadeelde 51] en/of [benadeelde 52] , heeft weggenomen uit een bestelauto met [kenteken 1]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
(art. 311 lid 1 sub 4 en/of 5 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij in of omstreeks de periode van 24 januari 2019 en/of 25 januari 2019 te Hellevoetsluis
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse (elektrische) gereedschappen en/of toebehoren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 19] , heeft weggenomen uit een bestelauto met [kenteken 2] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Bijlage bij tekst tenlastelegging
Bijlage bij tenlastelegging [verdachte] met parketnummer 09/837106-19
goederen aangetroffen in de woning aan [adres 4] te ‘s-Gravenhage
(met aangiften):
1. een bouwstofzuiger (merk Starmix) (aangifte [benadeelde 3] , dossier p. 1935) en/of
2. meetapparatuur (merk CAT) (aangifte [benadeelde 14] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 15] , dossier p. 1924) en/of
3. een boormachine (merk Bosch) (aangifte [benadeelde 16] , dossier p. 1982) en/of
4. een (lege) koffer (merk Hilti) (aangifte [benadeelde 6] , dossier p. 1776) en/of
5. een leren map en/of een metalen klapper en/of een pasjeshouder (met diverse pasjes en certificaten) en/of een accu (merk Telwin) en/of een kist (merk Stanley) (aangifte [benadeelde 17] en/ of [benadeelde 33] , dossier p. 1907) en/of
6. een boormachine (merk Bosch) en/of een gasmaker (merk Drager) (aangifte [benadeelde 18] en/of [benadeelde 48] , dossier p. 1817) en/of
7. koffer met meetapparatuur (merk Peli) (aangifte [benadeelde 2] , dossier p. 2293) en/of
8. meetapparatuur (merk Euro Index) (aangifte [benadeelde 19] en/of [benadeelde 20] , dossier p. 1949) en/of
9. bitjes/boortjes (merk TCT) (aangifte [benadeelde 21] en/of [benadeelde 22] , dossier p. 2140) en/of
10. meetapparatuur (merk Delta) (aangifte [benadeelde 23] en/of [benadeelde 24] en/of [benadeelde 25] , dossier p. 2270) en/of
11. bitjes (merk Dewalt) en/of een schroefmachine (merk Makita) (aangifte [benadeelde 26] , dossier p. 2168) en/of
12. een schroefmachine (merk Bosch) (aangifte [benadeelde 10] en/of [benadeelde 27] , dossier p. 1964) en/of
13. een slijptol (merk Makita) (aangifte [benadeelde 28] en/of [benadeelde 29] , dossier p. 2047) en/of
14. een kist (merk Observator) (aangifte [benadeelde 30] en/of [benadeelde 31] , dossier p. 2223) en/of
15. twee meetapparaten (merk Xdsi en/of Riser Bond) en/of een tas (met glasvezelkabels) (aangifte [benadeelde 32] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 15] , dossier p. 1845);
goederen aangetroffen in de woning aan [adres 4] te ‘s-Gravenhage
(geen aangiften van), beslagdossier p. 23-24:
1. een koffer (merk Engelbert Strauss) en/of
2. een meetinstrument en/of een accu en/of een koffer (met schroeven) en/of een accutool/boormachine en/of een lege koffer ((alle van het) merk Bosch) en/of
3. een aggregaat (generator) (merk Eurom) en/of
4. bitjes/boortjes (merk Hitachi) en/of
5. lampen (merk Lumiance) en/of
6. een meetinstrument (merk onbekend) en/of
7. een lasapparaat (merk FERM) en/of
8. twee slijptollen en/of een (lege) koffer ((alle van het) merk Makita) en/of
9. een emmer met gereedschap en/of
10. twee spijkerpistolen (merk onbekend) en/of
11. een spijkerpistool (merk Haubold) en/of
12. een schiethamer (merk Top Craft) en/of
13. een boilerpomp (merk Hi-Capacity) en/of
14. een momentsleutel (merk Britool) en/of
15. twee dremels (merk Dremel) en/of
16. vier alarmsystemen (merk Feenstra) en/of
17. twee optische alarmen en/of een audiotief alarm ((alle van het) merk Risco) en/of
18. een freesmachine (merk onbekend) en/of
19. een accuboor (merk Fein) en/of
20. een acculader (merk Festool) en/of
21. een koffer (met diverse meetinstrumenten) (merk onbekend) en/of
22. een accutool (merk Workzone) en/of
23. meetapparatuur (merk Inno Quip) en/of
24. onderdelen CV-ketel (merk Intergas) en/of
25. een spijkerpistool en/of een elektrisch schroevendraaierpistool ((alle van het) merk Max) en/of
26. een meetinstrument (merk TA-CMI) en/of
27. een bouwstofzuiger (merk DeWalt) en/of
28. een bouwstofzuiger (merk onbekend) en/of
29. een meetinstrument (merk Euro Index) en/of
30. een gereedschapskoffer (met divers gereedschap) (merk onbekend) en/of
31. een bouwstofzuiger (merk Wurth) en/of
32. een bouwstofzuiger (merk Hilti);
goederen aangetroffen in de woning aan [adres 2] te ‘s-Gravenhage
(met aangiften):
1. een geleiderail en/of een zaagmachine en/of twee boormachines en/of een slijpmachine en/of een acculader ((alle van het) merk Hilti) (aangifte [benadeelde 34] , dossier p. 1869) en/of
2. een boormachine (merk Hilti) (aangifte [benadeelde 6] , dossier p. 1769) en/of
3. een kist (merk Rothenberger) (aangifte [benadeelde 26] , dossier p. 2168) en/of
4. een boormachine (merk Metabo) (aangifte [benadeelde 35] en/of [benadeelde 8] , dossier p. 2101) en/of
5. een kist (merk Makita) (aangifte [benadeelde 36] en/of [benadeelde 37] en/of [benadeelde 38] , dossier p. 2190);
goederen aangetroffen in de woning aan [adres 2] te ‘s-Gravenhage
(geen aangiften van), beslagdossier p. 189:
1. zaagbladen (merk Festool) en/of
2. een koffer (met testapparaat) (merk Fluke) en/of
3. een accu (merk Metabo) en/of
4. een boormachine (merk Makita);
goederen aangetroffen in opslagbox [adres 3] te Rijswijk (met aangiften):
1. een schroefmachine (merk Bosch) en/of een koffer (merk DeWalt) en/of een boormachine (merk Makita) en/of een tasje met bitjes (merk Jenova) en/of een schroevendraaier (merk Gedore) (aangifte [benadeelde 39] en/of [benadeelde 40] , dossier p. 2122) en/of
2. een koffer en/of een acculader en/of twee accu’s en/of een schroefmachine ((alle van het) merk Bosch) en/of een workmate (merk Festool) (aangifte [benadeelde 3] , dossier p. 1935) en/of
3. vier koffers ((alle van het) merk Bosch) en/of twee koffers en/of een bouwstofzuiger ((alle van het) merk Festool) en/of een freesmachine (merk Lamello) (aangifte [benadeelde 9] , dossier p. 2014) en/of
4. een boormachine en/of een boormachine in koffer en/of een accu boormachine ((alle van het) merk Bosch) en/of een lijnlaser (merk Fennel) en/of een boormachine en/of een koffer freesmachine ((alle van het) merk Hilti) en/of een acculader (merk Panasonic) en/of een spijkerpistool (merk DeWalt) en/of een accu perstang (merk Uptoner) (aangifte [benadeelde 16] , dossier p. 1982) en/of
5. roterende lasers en/of een koffer zaagmachine en/of een zaagmachine en/of een acculader en/of een combihamer en/of twee accu’s en/of een schroefmachine en/of een accu voor schroefmachine ((alle van het) merk Hilti) en/of een bouwradio (merk Perfectpro) (aangifte [benadeelde 34] , dossier p. 1869) en/of
6. een koffer (merk Systainer Tanos) en/of een nietpistool en/of vier accu’s ((alle van het) merk Senco) (aangifte [benadeelde 13] , dossier p. 2253) en/of
7. een acculader en/of een slagschroefboormachine en/of een boormachine en/of twee accu‘s ((alle van het) merk Hilti) (aangifte [benadeelde 6] , dossier p. 1776) en/of
8. een slijpmachine (merk Festool) (aangifte [benadeelde 11] , dossier p. 2065) en/of
9. een zaagmachine (merk Metabo) (aangifte [benadeelde 41] , dossier p. 2091) en/of
10. een koffer met losse gereedschapstoebehoren (merk Festool) (aangifte [benadeelde 12] , dossier p. 1814) en/of
11. een multitool (merk Hitachi) en/of een slijpmachine (merk Milwaukee) en/of overig gereedschap (merk Festool) (aangifte [benadeelde 21] en/of [benadeelde 22] , dossier p. 2140) en/of
12. een acculader (merk Makita) en/of twee accu‘s (merk onbekend) (aangifte [benadeelde 26] , dossier p. 2168) en/of
13. twee accu‘s en/of een schroefmachine en/of een boormachine ((alle van het) merk Hilti) (aangifte [benadeelde 10] en/of [benadeelde 27] , dossier p. 1964) en/of
14. een accu en/of schroefmachine ((alle van het) merk Makita) en/of een bouwlamp (merk 4tecX) en/of een hamer (merk Bosch) (aangifte [benadeelde 36] en/of [benadeelde 37] en/of [benadeelde 38] , dossier p. 2190) en/of
15. een slijptol (merk Festool) en/of een multitool (merk Makita) (aangifte [benadeelde 28] en/of [benadeelde 29] , dossier p. 2047) en/of
16. een elektrische hamer (merk Makita) (aangifte [benadeelde 42] en/of [benadeelde 43] , dossier p. 2213) en/of
17. een bouwstofzuiger en/of een koffer met schuurmachine en/of een koffer ((alle van het) merk Festool) (aangifte P.J.C. Teeken, dossier p. 2074) en/of
18. een zaagmachine en/of schroevendraaier en/of twee accu‘s ((alle van het) merk Makita) en/of betonboren in koffer (merk onbekend) en/of een tas (merk onbekend) (aangifte [benadeelde 44] en/of [benadeelde 45] , dossier p. 2223) en/of
19. een freesmachine (merk Festool) (aangifte [benadeelde 5] , dossier p. 2008) en/of
20. lasapparaat (merk Fusion) (aangifte [benadeelde 8] en/of [benadeelde 15] , dossier p. 1845) en/of
21. een bouwlamp (merk Festool) (aangifte [benadeelde 46] en/of [benadeelde 47] , dossier p. 1805);
goederen aangetroffen in opslagbox [adres 3] te Rijswijk (geen aangiften van), beslagdossier p. 756-758:
1. een (lege) koffer en/of een accu oplader en/of een spijkerpistool en/of een boormachine en/of vier accu’s en/of een kist (met handgereedschappen) en/of een haakse slijper en/of een reciprozaag en/of een bouwlamp ((alle van het) merk DeWalt) en/of
2. vijf boormachines en/of twee koffers en/of een ledlamp en/of een acculader en/of drie zaagmachines en/of zeven accu’s en/of lasdoppen en/of een tas (met handgereedschap) en/of een slagschroevendraaier en/of divers gereedschap en/of een acculader en/of een schaafmachine en/of een stofzuiger en/of een boorhamer en/of twee schroefmachines ((alle van het) merk Makita) en/of
3. kleine accessoires en/of een freesmachine en/of schuurpads en/of een bovenfrees en/of twee workmates en/of een koffer (met kleine onderdelen van een schuurmachine) en/of twee (lege) koffers en/of een stofzuiger en/of hulpstukken van een stofzuiger en/of boren en/of een boormachines en/of een accu en/of een multitool en/of een kist ((alle van het) merk Festool) en/of
4. een bouwstofzuiger (merk Hitachi) en/of
5. een accu boorhamer en/of een tas (met twee schroeftollen en een accuoplader) en/of zes boormachines en/of vier accu‘s en/of een acculaders en/of een accu reciprozaag en/of twee zaagmachines/decoupeerzagen en/of een schroevendraaier en/of een breekhamer en/of een bouwradio en/of een koffer en/of een boorhamer ((alle van het) merk Bosch) en/of
6. een accu en/of een zaagmachine en/of een schroefmachine ((alle van het) merk Metabo) en/of
7. handgereedschap (waaronder bitjes en steeksleutels) (merk onbekend) en/of
8. een moerentang (merk Masterfix) en/of
9. een multiliner en/of een lijnlaser (merk Qeo Fennel) en/of
10. verspanners (merk Phantom) en/of
11. slijpmachine (merk Flex) en/of
12. een boormachine en/of een acculader en/of een schroefmachine ((alle van het) merk Panasonic) en/of
13. een kruislijnlaser (merk Mastermade) en/of
14. een freesmachine (merk Protool) en/of
15. een accu (merk Berner Rems) en/of
16. een stofzuiger (merk Starmix) en/of
17. een freesmachine (merk Carat) en/of
18. een gereedschapskist (met klein materiaal) (merk onbekend) en/of
19. een hydrolische tank (merk Klauke) en/of
20. een perstang (merk Uponer) en/of
21. een multitool (merk Fein) en/of
22. een (lege) koffer en/of een schroeftol en/of bauwlamp ((alle van het) merk Rothenberger) en/of
23. twee portofoons (merk Motorola) en/of
24. meerdere handgereedschappen (merk Facom) en/of
25. spijkers en/of een bouwlamp en/of een schroefmachine en/of een accu ((alle van het) merk Hilti) en/of
26. handgereedschap (waaronder boren) en/of diversen (merk Stanley) en/of
27. een hogedrukspuit (merk onbekend) en/of
28. een kabelschaar (merk Klemko) en/of
29. drie steigers (merk Boels) en/of
30. drie steigerpijpen (merk onbekend);
goederen aangetroffen in de woning aan [adres 5] te ‘s-Gravenhage
(met aangiften):
1. meetapparatuur (merk Huepar) (aangifte [benadeelde 13] , dossier p. 2253) en/of
2. een bitjesset (merk Brodit) (aangifte [benadeelde 17] en/of [benadeelde 33] , dossier p. 1907) en/of
3. een bitjesset (merk Bahco) (aangifte [benadeelde 18] en/of [benadeelde 48] , dossier p. 1817) en/of
4. een acculader (merk Metabo) (aangifte [benadeelde 49] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 50] , dossier p. 2240) en/of
5. een accu (merk Makita) (aangifte [benadeelde 26] , dossier p. 2168) en/of
6. een accu (merk Bosch) (aangifte [benadeelde 10] en/of [benadeelde 27] , dossier p. 1964) en/of
7. een tas met schoonmaakgereedschappen en/of twee bijzondere elektronische apparaten (merk onbekend) en/of een bijzonder elektronisch apparaat (merk Cisco) (aangifte [benadeelde 8] en/of [benadeelde 15] , dossier p. 1845);
goederen aangetroffen in Zwartsluisstraat te ‘s-Gravenhage (geen aangiften van) beslagdossier p. 214:
1. een bouwlamp en/of zes accu’s en/of een pijpgrijper en/of een gasmasker ((alle van het) merk Makita) en/of
2. een accu (merk Metabo) en/of
3. een manometer en/of een afpersset en/of een koffer en/of een drukverschilmeter en/of een afpersset ((alle van het) merk Euroindex) en/of
4. een watermeter (merk Hanna) en/of
5. twee zaagbladen en/of een schuurmachine en/of een geleiderail ((alle van het) merk Festool) en/of
6. een rolmaat (merk Stanley) en/of
7. een metaalpijpsnijder en/of een waterpas en/of een oplaadstation ((alle van het) merk Rothenberger) en/of
8. attributen gaten boren (merk Rubi) en/of
9. een universeel filter ((alle van het) merk Hilti) en/of
10. een pijpsnijder (merk Rigid) en/of
11. een slijptol en/of een boor ((alle van het) merk Black & Dekker) en/of
12. bitjes en/of een schrijfhaak ((alle van het) merk Bahco) en/of
13. een gereedschapskoffer (merk Sorino) en/of
14. een meetcomputer (merk Novatio) en/of
15. een multimeter (merk Metofix) en/of
16. een gasmonitor (merk Drager) en/of
17. een accu (merk Rehau) en/of
18. een boorhamer (merk DUSS) en/of
19. een koffer (merk Wurth);
Tekst tenlastelegging
Dagvaarding II met parketnummer 09/852073-20:
1.
hij in of omstreeks de periode van 5 februari 2019 tot en met 6 februari 2019
te Zoetermeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse (elektrische) gereedschappen en/of toebehoren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 28] , heeft weggenomen uit een bestelauto met [kenteken 3] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een voorwerp dat bestemd is om een portierslot van een bestelauto te ontgrendelen, niet zijnde de originele bij de bestelauto behorende autosleutel;
2.
hij in of omstreeks de periode van 7 januari 2019 tot en met 8 januari 2019 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse (elektrische) gereedschappen en/of toebehoren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [benadeelde 10] en/of [benadeelde 27] , heeft weggenomen uit een bestelauto met [kenteken 4] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een voorwerp dat bestemd is om een portierslot van een bestelauto te ontgrendelen, niet zijnde de originele bij de bestelauto behorende autosleutel;
3.
hij in of omstreeks de periode van 28 januari 2019 tot en met 29 januari 2019 te Oegstgeest,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse (elektrische) gereedschappen en/of toebehoren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 21] en/of [benadeelde 22] , heeft weggenomen uit een bestelauto met [kenteken 5] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een voorwerp dat bestemd is om een portierslot van een bestelauto te ontgrendelen, niet zijnde de originele bij de bestelauto behorende autosleutel;
4.
hij in of omstreeks de periode van 7 januari 2019 tot en met 8 januari 2019 te Rijswijk (ZH),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse (elektrische) gereedschappen en/of toebehoren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 26] ,
heeft weggenomen uit een bestelauto met [kenteken 6] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een voorwerp dat bestemd is om een portierslot van een bestelauto te ontgrendelen, niet zijnde de originele bij de bestelauto behorende autosleutel;
art 310 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 2019 en 5 februari 2019 te Zoetermeer
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse (elektrische) gereedschappen en/of toebehoren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 11] , heeft weggenomen uit een bestelauto met [kenteken 7] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen
onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
6.
hij in of omstreeks de periode van 7 februari 2019 tot en met 8 februari 2019 te Zoetermeer
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse (elektrische) gereedschappen en/of toebehoren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 30] , heeft weggenomen uit een bestelauto met [kenteken 8] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen
onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel, te weten een voorwerp dat bestemd is om een portierslot van een bestelauto te ontgrendelen, niet zijnde de originele bij de bestelauto behorende autosleutel;
art 310 Wetboek van Strafrecht
Bijlage II
Beslaglijst