ECLI:NL:RBDHA:2020:9155

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 september 2020
Publicatiedatum
21 september 2020
Zaaknummer
C/09/598871 / FA RK 20-6140
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 7 september 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1992 in Azerbeidzjan. De officier van justitie had op 3 september 2020 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 2 september 2020 was opgelegd. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de rechtbank vanwege de coronamaatregelen telefonisch hoorde. De betrokkene verklaarde dat het goed met hem ging en dat hij zo snel mogelijk naar huis wilde, terwijl de semiarts aangaf dat de betrokkene psychotische symptomen vertoonde en dat de opname noodzakelijk was voor medicatie-instelling en nazorg. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, en dat verplichte zorg noodzakelijk was. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 28 september 2020, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking werd gegeven door rechter J.C. Sluymer, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is vastgesteld op 21 september 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/598871 / FA RK 20-6140
Datum beschikking: 07 september 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 03 september 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] , Azerbeidzjan,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. J.C. van Zundert te Delft.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 03 september 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 02 september 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente
  • een op 02 september 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 07 september 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [psychiater 2] , [semiarts] en [verpleegkundige] allen in aanwezigheid van betrokkene;
- de advocaat.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene verklaart dat het goed met hem gaat en dat hij zo snel mogelijk terug wil naar huis. Hij heeft afspraken gepland, waaronder een clipopname op 12 september en een werkafspraak op 13 september. Betrokkene geeft aan dat hij denkt dat hij beter naar huis kan en dat dit niet de juiste plek voor hem is om te verbeteren.
De semiarts verklaart dat betrokkene is opgenomen nadat familie en vrienden aan de bel hebben getrokken omdat hij steeds psychotischer werd. Er is sprake van godsdienstwanen, betrokkene is argwanend, oninvoelbaar en agressief naar personeel en het is lastig hem daarin te sturen. Tijdens de opname heeft betrokkene zich goed gedragen. Er is nu gestart met antipsychotica. Echter is hij nog onvoldoende hersteld. De opname is nodig om betrokkene goed op zijn medicatie in te stellen en om de nazorg te regelen.
De advocaat pleit voor afwijzing van het verzoek nu betrokkene bereid is zijn medicatie in te nemen. Hem moet de mogelijkheid worden geboden om zijn afspraken na te komen, zeker nu hij zo sterk verbeterd is.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
-ernstig lichamelijk letsel
-ernstige psychische schade
-ernstige materiële schade
-ernstige verwaarlozing
-maatschappelijke teloorgang
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten schizofrenie en een ongespecificeerde depressieve stemmingsstoornis. Op dit moment is bij betrokkene sprake van een psychose mogelijk drug geïnduceerd (cannabis).
Betrokkene is heropgenomen na psychische decompensatie, mogelijk veroorzaakt door drugsgebruik. Betrokkene vertoont hallucinair gedrag en er is sprake van godsdienstwanen. Hij is zonder op ander verkeer te letten een drukke straat overgestoken, heeft zich fysiek agressief opgesteld en een tafel vernield. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene heeft aangegeven zo snel mogelijk naar huis te willen. De arts heeft verklaard dat er recent is gestart met een antipsychoticum waardoor het nu nog te vroeg is om te zeggen dat betrokkene volledig is hersteld. Ook is het nog onduidelijk of het toestandsbeeld dat betrokkene bij binnenkomst vertoonde puur werd uitgelokt door drugs of dat het antipsychoticum dat hij nu inneemt zorgt dat het weg is.
Om die reden is verplichte zorg nog nodig.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de man]

geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] , Azerbeidzjan,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 september 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Sluymer, rechter, bijgestaan door K.A.M. Boeije als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 07 september 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 september 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.