Op 7 september 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1992 in Azerbeidzjan. De officier van justitie had op 3 september 2020 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 2 september 2020 was opgelegd. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de rechtbank vanwege de coronamaatregelen telefonisch hoorde. De betrokkene verklaarde dat het goed met hem ging en dat hij zo snel mogelijk naar huis wilde, terwijl de semiarts aangaf dat de betrokkene psychotische symptomen vertoonde en dat de opname noodzakelijk was voor medicatie-instelling en nazorg. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, en dat verplichte zorg noodzakelijk was. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 28 september 2020, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking werd gegeven door rechter J.C. Sluymer, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is vastgesteld op 21 september 2020.