ECLI:NL:RBDHA:2020:9144
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bijstandsuitkering en openbare verkoop woning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 september 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die zijn bijstandsuitkering met 100% verlaagd zag door het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek. De verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 8 oktober 2018, waarin zijn bezwaarschrift ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 2 september 2020 werd ook een andere beroepszaak behandeld, en de verzoeker was aanwezig, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. D.F. Rosenbaum.
De verzoeker stelde dat er een spoedeisend belang was, omdat de openbare verkoop van zijn woning opnieuw was ingepland op 7 september 2020. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat de veiling niet doorging en dat het niet duidelijk was of en wanneer de openbare verkoop zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter benadrukte dat een financieel belang op zichzelf niet voldoende is voor het treffen van een voorlopige voorziening, tenzij er sprake is van een (financiële) noodsituatie. Aangezien de veiling niet doorging en er geen concrete datum voor de verkoop was, werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.