Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 augustus 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring opgelegd aan eiser op grond van artikel 59, eerste lid, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, geboren in Gaza, heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. De maatregel van bewaring werd op 28 augustus 2020 opgeheven en omgezet naar artikel 59b, eerste lid, onder c, Vw. Tijdens de zitting op 7 september 2020 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunten toegelicht. De rechtbank heeft overwogen dat de aanhouding van eiser op 25 augustus 2020, die leidde tot de maatregel van bewaring, rechtmatig was. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij op dat moment een asielaanvraag wilde indienen, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de maatregel van bewaring op goede gronden is opgelegd. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er ten tijde van de bewaring geen redelijk uitzicht op verwijdering was, maar dat dit niet leidt tot een onrechtmatige bewaring. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. van Keken, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. Martens, griffier.