In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is op 15 september 2020 uitspraak gedaan in een deelgeschil naar aanleiding van een verkeersongeluk dat plaatsvond op 1 februari 2019. De verzoekster, die betrokken was bij een aanrijding met de verweerder, stelt dat de verweerder onrechtmatig heeft gehandeld door haar rechts in te halen terwijl zij aan het voorsorteren was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster en de verweerder beiden als bestuurder van een auto betrokken waren bij het ongeval, waarbij de verzoekster rechtsaf sloeg en de verweerder naast haar ging rijden om rechts voor te sorteren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder onrechtmatig heeft gehandeld door de verzoekster rechts in te halen, wat in strijd is met de verkeersregels. De rechtbank heeft de aansprakelijkheid van de verweerder vastgesteld, maar ook gekeken naar de eigen schuld van de verzoekster. De rechtbank concludeert dat de verzoekster in beperkte mate eigen schuld heeft, wat leidt tot een vermindering van de schadevergoeding met 30%. De rechtbank heeft de kosten van het deelgeschil vastgesteld op € 1.169,- en de verweerder veroordeeld tot betaling van € 818,30 aan de verzoekster voor de kosten van dit deelgeschil.