Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
ProcesverloopBij besluit van 18 mei 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Het iMMO-rapport, dat als een deskundigenrapport moet worden aangemerkt, vermeldt de volgende conclusies:
- de geconstateerde psychische/ medische problematiek geeft psychische beperkingen die destijds
zeer waarschijnlijkhebben geïnterfereerd met het vermogen om compleet, coherent en consistent te verklaren;
- de psychische problematiek die in dit onderzoek naar voren komt, wordt beoordeeld als
typerendvoor het gestelde asielrelaas.
‘Het is echter aan betrokkene om het door haar gestelde relaas aannemelijk te maken. Als zij echter in het geheel geen ander detail kan aangeven nog daargelaten waarom zij wordt vrijgelaten, niet weet waarom de veiligheidsdienst wederom voor haar deur staan nadat zij wordt vrijgelaten en geen voorwaarde kan noemen waaronder zij is vrijgelaten, kan wederom gesteld worden dat haar verklaringen over haar arrestatie en haar vrijlating louter uit vage verklaringen bestaat.’Ook hieruit volgt dat verweerder, anders dat hij thans stelt, van eiseres verwacht dat zij details kan verstrekken. Daartoe was zij blijkens het iMMO-rapport echter (zeer waarschijnlijk) niet in staat.
Beslissing
verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
mr. M. Schaap- Huijsmans, griffier.