ECLI:NL:RBDHA:2020:8849

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 september 2020
Publicatiedatum
11 september 2020
Zaaknummer
09-842230-19
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf en maatregel tot gedragsbeïnvloeding voor zedenmisdrijven met minderjarige jongens

Op 11 september 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meerdere zedenmisdrijven heeft gepleegd met minderjarige jongens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en heeft daarnaast een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking opgelegd, zoals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. De zaak kwam aan het licht na een uitgebreid onderzoek door de politie, waarbij de verdachte in contact was gekomen met verschillende minderjarige slachtoffers via internet en datingapps. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met jongens in de leeftijd van dertien tot vijftien jaar. De verdachte heeft deze jongens misleid door zich voor te doen als een vriend en hen te verleiden met beloftes van geld en sigaretten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de slachtoffers in een kwetsbare positie verkeerden en de verdachte zich schuldig maakte aan grove inbreuken op hun lichamelijke integriteit. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een parafiele stoornis, en heeft geoordeeld dat dit zijn strafbaarheid in verminderde mate beïnvloedt. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij schadevergoedingen zijn vastgesteld voor immateriële schade. De rechtbank heeft de inbeslaggenomen goederen, waaronder telefoons en computers, onttrokken aan het verkeer, gezien de aard van de feiten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/842230-19
Datum uitspraak: 11 september 2020
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1972 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op pro forma terechtzittingen van 14 oktober 2019, 10 januari 2020 en 23 maart 2020. Ter terechtzitting van 28 augustus 2020 is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K. van Diemen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. A.G. de Jong naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering - ten laste gelegd hetgeen is vermeld in bijlage I van dit vonnis.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, met dien verstande dat verdachte van het onder 3 ten laste gelegde feit ten aanzien van [slachtoffer 1] partieel moet worden vrijgesproken.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Hij heeft vrijspraak bepleit van het onder 3 ten laste gelegde ten aanzien van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] en hij heeft voorts vrijspraak bepleit van het bestanddeel ‘misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht’.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Ten aanzien van de feiten 1, 2, 4 en 5:
De rechtbank acht het aan de verdachte ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen (een en ander zoals hierna in de bewezenverklaring zal worden omschreven). De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft de verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de verdachte met betrekking tot het bewezenverklaarde geen algehele vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt ten aanzien van feit 1 als bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 augustus 2020;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 8] d.d. 7 juli 2019, blz. 36-54;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 9] d.d. 29 november 2018, blz. 350-357;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] d.d. 20 augustus 2019, blz. 112-119;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 5] d.d. 22 augustus 2019, blz. 178-184;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 29 november 2019, blz. 367- 372.
De rechtbank bezigt ten aanzien van feit 2 als bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 augustus 2020;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 8] d.d. 7 juli 2019, blz. 36-54;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 9] d.d. 29 november 2018, blz. 350-357;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 4] d.d. 31 oktober 2019, blz. 269-275;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 7] d.d. 31 oktober 2019, blz. 241-246;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] d.d. 20 augustus 2019, blz. 112-119;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 5] d.d. 22 augustus 2019, blz. 178-184;
  • een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 29 november 2019, blz. 367- 372.
De rechtbank bezigt ten aanzien van feit 4 als bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 augustus 2020;
  • een proces-verbaal beschrijving kinderporno [slachtoffer 8] d.d. 6 september 2019, blz. 17-27 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 4] d.d. 4 oktober 2019, blz. 247-257 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 1] d.d. 30 augustus 2019, blz. 121-131 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 5] d.d. 27 augustus 2019, blz. 161-168 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 15] d.d. 18 oktober 2019, blz. 283-291 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 3] d.d. 23 augustus 2019, blz. 97-101 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 11] d.d. 18 oktober 2019, blz. 209-217 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 7] d.d. 5 november 2019, blz. 229-232 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 12] Den Haag d.d. 29 oktober 2019, blz. 373-379 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal [slachtoffer 13] d.d. 18 november 2019, blz. 300-307 (inclusief bijlage);
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal onbekend slachtoffer d.d. 8 november 2019, blz. 380-384 (inclusief bijlage).
Nadere overweging
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen, verwerven, bezitten en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. Daarvoor zijn het aantal foto’s en video’s, het gegeven dat de verdachte met meerdere personen materiaal via chatgesprekken uitwisselde en de duur van de periode waarin dit plaats heeft gevonden, redengevend.
De rechtbank bezigt ten aanzien van feit 5 als bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 augustus 2020;
  • AD een proces-verbaal van bevindingen zoekgeschiedenis internet d.d. 7 februari 2020, blz. 74.
  • AD een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 5 juli 2019, blz. 68 (bijlage 4).
Ten aanzien van feit 3:
De hieronder opgenomen feiten en omstandigheden kunnen op grond van de gebruikte bewijsmiddelen en omdat deze door de verdediging niet zijn betwist als vaststaand worden aangemerkt.
[slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 2] 1999 en wonende te Voorburg, heeft tegenover de politie het volgende verklaard. [slachtoffer 7] heeft [verdachte] (hierna: verdachte) via een chatsite leren kennen. De gesprekken met de verdachte vonden via WhatsApp plaats. Tijdens de eerste afspraak heeft [slachtoffer 7] de verdachte afgetrokken en de verdachte heeft [slachtoffer 7] gepijpt. Na deze afspraak heeft de verdachte [slachtoffer 7] tijdens twee of drie afspraken afgetrokken en gepijpt. [slachtoffer 7] heeft nadat de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden geld en sigaretten gekregen. [2]
De verdachte heeft tegenover de politie het volgende verklaard. [slachtoffer 7] heeft hij vier of vijf jaar geleden leren kennen en hij was op dat moment 15 of 16 jaar oud. De verdachte heeft met [slachtoffer 7] meerdere keren bij [slachtoffer 7] thuis afgesproken, waarbij seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. Ze hebben elkaar ongeveer drie keer afgetrokken. De verdachte heeft [slachtoffer 7] een aantal keer sigaretten gegeven. [3] Ter terechtzitting van 28 augustus 2020 heeft de verdachte verklaard dat hij blijft bij zijn bekennende verklaring bij de politie afgelegd. [4]
Op de mobiele telefoon van [slachtoffer 7] zijn WhatsApp-gesprekken tussen [slachtoffer 7] en de verdachte aangetroffen. Verdachte heeft (ook buiten de ten laste gelegde periode) meermalen contact gehad met [slachtoffer 7] : [5]
30 september 2015
Outgoing
(de rechtbank begrijpt: verdachte): Wanneer gaan we eens lekkere seks hebben dan
Incoming
(de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 7] ): ik ben jarig dan wil ik alleen peuken (…)
Outgoing: ben je 16 geworden? (…)
Outgoing: Oke 4 pakken peuken als je helemaal naakt gaat. Verder hoef je niks te doen, ik ruk mezelf klaar (…)
Incoming: kom maar neem 3 big packs mee dan (…)
Outgoing: Oke dan kom ik nu.
9 maart 2016
Incoming: kom je ff langs?
Outgoing: Oke
Incoming: kan je 2 pakjes camel blauw meenemen xx
Outgoing: Oke
(…)
Outgoing: Ben er
19 april 2016
Outgoing: Morgenochtend? Ik kan tot 12
Incoming: okee 2 big packs camel bleu met aansteker
20 april 2016
Outgoing: ik heb zin in je
(…)
Outgoing: Zorg maar dat je al geil bent
(…)
Outgoing: Ja ik ga zo
Outgoing: Peuken halen
(…)
Incoming: ben je er?
Outgoing: Ja
25 mei 2016
Outgoing: Wil je?
Incoming: ja 2 pakjes en wat geld
Outgoing: Alleen 2 pakjes
Incoming: 3n 1 pakje en geld
Outgoing: Oke
Incoming: Hvl geld gef je
Outgoing: 10
Incoming: Haal San nog maar pakje ervan
Outgoing: Dus gewn 2 pakjes?
Incoming: Jaa
Outgoing: Welke
Incoming: Camel blauw groot
Outgoing: Kan het?
Incoming: Ja loop maar
8 november 2016
Outgoing: Kan je morgen vroeg?
Incoming: zeg maar hoelaat?
Outgoing: 845
Incoming: kom maar dan oke?
Incoming: hoeveel gaf je nou?
Outgoing: 20
Incoming: wat wil je allemaal met me doen behalve neuke?
Outgoing: Alles
Outgoing: 40 incl neuken
Incoming: nee
Incoming: je kapot een keer met daarom vrage
Outgoing: 20 dan
Incoming: je stopt nu met daarover zeure
Incoming: anders hoed je helemaal nooit meer te komen
Outgoing: Ok
Incoming: 20€ en een medium pakje sigaretten
Outgoing: 25 dan zonder peuken
Outgoing: Deal
9 november 2016:
Outgoing: Ik ben er
Incoming: deur is ope
Beoordeling door de rechtbank
Uit voorgaande bewijsmiddelen blijkt enerzijds dat er meerdere ontmoetingen hebben plaatsgevonden tussen de verdachte en [slachtoffer 7] waarbij ontuchtige handelingen plaatsvonden, terwijl [slachtoffer 7] nog geen 18 jaar oud was. Anderzijds blijkt daaruit dat de verdachte meermalen geld en sigaretten aan [slachtoffer 7] heeft beloofd en gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt voorts dat er een causaal verband bestond tussen beide, in die zin dat [slachtoffer 7] mede onder invloed van de belofte van geld en sigaretten ontuchtige handelingen met de verdachte heeft gepleegd en heeft geduld dat de verdachte ontuchtige handelingen met hem pleegde. Immers, uit de chatgesprekken komt naar voren dat [slachtoffer 7] pas instemde de verdachte te ontmoeten nadat deze had toegezegd geld en/of sigaretten voor hem mee te nemen . De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte [slachtoffer 7] opzettelijk heeft bewogen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen.
De rechtbank acht evenwel niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte ook [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] heeft bewogen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, althans niet in de ten laste gelegde periode, nu het dossier daarvoor onvoldoende bewijs bevat. Zij zal de verdachte in zoverre vrijspreken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 30 mei 2014 tot en met 5 juli 2019 te Delft en/of elders in Nederland, meermalen,
- in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 met [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 3] 2005, en
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 met [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum 8] 2003, en
- in de periode van 9 juni 2015 tot en met 5 maart 2017 met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2001, en
- in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 november 2016 met [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2001, en
- in de periode van 30 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014 met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 7] 1998,
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
(telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 2] ,
te weten:
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 2] en/of het laten zuigen en likken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 2] en
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de
anus en/of tussen de billen van die [slachtoffer 9] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] ;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 30 mei 2014 tot en met 5 juli 2019 te Delft, en/of elders in Nederland, meermalen,
- in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 met [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 3] 2005, en
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 met [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum 8] 2003, en
- in de periode van 1 mei 2018 tot en met 23 april 2019 met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2003, en
- op of omstreeks 30 september 2015 met [slachtoffer 7] , geboren op 1 oktober 1999, en
- in de periode van 9 juni 2015 tot en met 5 maart 2017 met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2001, en
- in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 november 2016 met [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2001, en
- in de periode van 30 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014 met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 7] 1998,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, (telkens) buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit:
- het (meermalen) plaatsen van de penis van die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] in zijn, verdachtes, mond en/of (vervolgens) het zuigen en/of likken aan de penis van die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en
- het (meermalen) aftrekken en/of betasten/strelen van de (ontblote) penis van die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 2] en
- het (meermalen) laten aftrekken en/of betasten/strelen van zijn, verdachtes,(ontblote) penis door die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 2] ;
3.
hij meermalen, door giften en beloften van geld en goed
eren, te weten door het aanbieden en geven van geldbedragen en sigaretten,
- in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2017: [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 2] 1999, van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en van verdachte te dulden, te weten:
- het (meermalen) plaatsen van de penis van die [slachtoffer 7] in zijn, verdachtes, mond en/of (vervolgens) het zuigen en/of likken aan de penis van die [slachtoffer 7] en
- het (meermalen) aftrekken en/of betasten/strelen van de (ontblote) penis van die [slachtoffer 7] en
- het (meermalen) laten aftrekken en/of betasten/strelen van zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [slachtoffer 7] ;
4.
hij op tijdstippen in de periode van 8 juni 2015 tot en met 5 juli 2019 te Delft, in elk geval in Nederland, meermalen(telkens) gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en video's, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, te weten:
[slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 3] 2005, en
[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2003, en
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 9] 2001, en
[slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2001, en
[slachtoffer 15] , geboren op [geboortedatum 10] 2001, e
[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2001, en
[slachtoffer 11] , geboren op [geboortedatum 11] 2003, en
[slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 2] 1999, en
[slachtoffer 14] , geboren op [geboortedatum 12] 2003 en
een persoon zichzelf noemde " [slachtoffer 17] " en
een onbekende jongen met een geschatte leeftijd tussen de 14 en 16 jaar,
heeft verspreid en vervaardigd en verworven en in bezit gehad en daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of vinger(s) en/of een of meerdere voorwerp(en) oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 14] en het met een penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4]
( [bestand 1] en [bestand 2] en [bestand 3] , zaaksdossier p. 131)
( [bestand 4] , zaaksdossier p. 378)
( [bestand 5] , zaaksdossier p. 256)
en
het met een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 8]
( [bestand 34] , zaaksdossier p. 26)
en het met een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 7] en " [slachtoffer 17] " bij zichzelf
( [bestand 6] en [bestand 7] en [bestand 8] zaaksdossier p. 256 en 257)
( [bestand 9] en [bestand 10] , zaaksdossier p. 168)
( [bestand 11] , zaaksdossier p. 290)
( [bestand 12] en [bestand 13] , zaaksdossier p. 101)
( [bestand 14] en/of [bestand 15] , , zaaksdossier
p. 216 en 217)
( [bestand 16] en [bestand 17] , zaaksdossier p. 232)
( [bestand 18] en
[bestand 19] en
[bestand 32] en [bestand 20] , zaaksdossier p. 306 en 307)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 14] en " [slachtoffer 17] ", en waarbij (door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's (nadrukkelijk) het (ontblote) geslachtsdeel van die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 14] en " [slachtoffer 17] " in beeld worden gebracht en (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestand 21] , zaaksdossier p. 26)
( [bestand 22] en [bestand 23] , zaaksdossier p. 291)
( [bestand 24] , zaaksdossier p. 101)
( [bestand 25] , zaaksdossier p. 216)
( [bestand 26] , zaaksdossier p. 379)
( [bestand 27] , zaaksdossier p. 307)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 8] , waarbij deze persoon gekleed is (op een wijze) die niet bij zijn leeftijd past en (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestand 28] , zaaksdossier p. 27 en p. 28)
en
het met een penis anaal penetreren van het lichaam van verdachte door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestand 29] , zaaksdossier p. 384)
en van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2019 tot en met 5 juli 2019 te Delft en/of elders in Nederland, gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en video’s , waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze persoon en/of de
uitsnede van de foto nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen in
beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestand 30] ,
algemeendossier p. 68).
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Daarnaast heeft zij gevorderd aan de verdachte een maatregel tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om aan de verdachte ten hoogste een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen in combinatie met een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan meerdere zedenmisdrijven. Via internet, onder meer via een datingapp voor homoseksuele mannen, is de verdachte in contact gekomen met de minderjarige slachtoffers. De verdachte stuurde vervolgens aan op ontmoetingen met de jongens. Met vijf jongens in de leeftijd van dertien tot en met vijftien jaar oud heeft de verdachte meerdere malen gemeenschap gehad zowel oraal als anaal. Voorst heeft de verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan ontucht met zeven jongens tussen de dertien en zestien jaar oud. Ook heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan seksuele verleiding van een minderjarige, door het aanbieden en geven van geld en sigaretten.
De verdachte heeft met zijn handelen op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de jonge slachtoffers. De verdachte deed het voorkomen dat sprake was van een vriendschappelijke relatie en bood een luisterend oor voor de jongens, maar hij misbruikte hen vervolgens voor seksuele doeleinden. De slachtoffers bevonden zich in een kwetsbare leeftijdsfase waarin zij hun seksualiteit aan het ontdekken waren. De verdachte was zich van die jonge leeftijd van zijn slachtoffers bewust en heeft desondanks misbruik gemaakt van die kwetsbaarheden bij zijn slachtoffers. De rechtbank neemt de verdachte dat zeer kwalijk, juist omdat sprake was van een aanzienlijk leeftijdsverschil tussen de slachtoffers en de verdachte. De verdachte heeft zich bij zijn handelen slechts laten leiden door zijn eigen lustgevoelens en volstrekt onvoldoende rekening gehouden met de gevoelens van de slachtoffers. De slachtoffers zullen hetgeen hen is overkomen de rest van hun leven met zich mee moeten dragen; het is een feit van algemene bekendheid dat feiten als deze vaak langdurige en ernstige schade kunnen toebrengen aan de geestelijke gezondheid en het welzijn van de desbetreffende personen.
Ook heeft de verdachte een gewoonte gemaakt van het verwerven, vervaardigen, verspreiden en bezit van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte heeft onder meer foto’s en video’s verworven door de slachtoffers te vragen hem foto’s en video’s te sturen. De verdachte heeft hiermee het vertrouwen dat de jongens in hem hadden ernstig geschaad. Voorts heeft de verdachte meerdere seksuele handelingen die hij met de slachtoffers heeft verricht, gefotografeerd en gefilmd. Vervolgens heeft de verdachte de foto’s en video’s aan meerdere personen via WhatsApp toegezonden. Op de gegevensdragers van de verdachte zijn 871 afbeeldingen aangetroffen, waarvan 284 afbeeldingen nog benaderbaar waren. Het materiaal heeft de verdachte gedurende een lange periode in bezit gehad. De jongens en hun ouders moeten leren leven met het idee dat zij de controle over de verspreiding van de foto’s en video’s kwijt zijn en met de schaamte, de angst en het verdriet die deze situatie met zich meebrengt. De verdachte heeft zich, totdat de politie ingreep en een einde maakte aan zijn praktijken, geen enkel moment rekenschap gegeven van het leed dat hij de slachtoffers hiermee aandeed.
Uit het dossier en de toelichting bij de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen, blijkt dat het handelen van de verdachte grote impact op de slachtoffers heeft gehad.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van commerciële kinderporno. Op de gegevensdragers van de verdachte zijn 1610 afbeeldingen aangetroffen, waarvan 3 afbeeldingen nog benaderbaar waren. Door zijn handelen heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de commerciële markt voor kinderporno en dus ook aan het seksueel misbruik dat voor het vervaardigen van de kinderporno plaatsvindt.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 30 juli 2020,
waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft acht geslagen op de met betrekking tot de verdachte uitgebrachte Pro Justitia-rapportages, te weten een psychiatrisch onderzoek van 27 mei 2020, opgesteld door [psychiater] en een psychologisch onderzoek van 3 juni 2020, opgesteld door [psycholoog] . Uit de Pro Justitia-rapporten blijkt dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een parafiele stoornis. De stoornis was volgens de psychiater en psycholoog ook aanwezig op het moment van het plegen van de bewezenverklaarde feiten. Deze stoornis, en de daarmee gepaard gaande cognitieve vertekeningen, zorgden ervoor dat de verdachte minder in staat was om de gevolgen van zijn handelen voor de minderjarige jongens te kunnen overzien. De verdachte onderschatte de schadelijkheid van het misbruik. Aan de andere kant wist de verdachte wel dat zijn gedrag strafbaar was. De verdachte moet als verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd, aldus de deskundigen. De psychiater schat het risico op recidive in als laag. De psycholoog schat de kans op recidive op lange termijn in als matig wanneer er geen behandeling plaatsvindt. Daarbij overweegt de psycholoog dat gelet op de beperkte openheid van de verdachte over zijn beleving van het ten laste gelegde het niet zeker is dat alle risicofactoren goed in beeld zijn.
De rechtbank is van oordeel dat de bovengenoemde rapportages op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en dat de conclusies van het psychiatrisch en psychologisch onderzoek met betrekking tot de toerekenbaarheid worden gedragen door een deugdelijke en inzichtelijk gemotiveerde onderbouwing. De rechtbank neemt de conclusies dat het bewezenverklaarde de verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend dan ook over en zal daarmee bij de strafoplegging rekening houden.
Tot slot heeft de rechtbank kennisgenomen van een voortgangsverslag van 11 augustus 2020, een reclasseringsadvies van 23 juni 2020 en een e-mailbericht van de reclassering van
26 augustus 2020. De verslagen zijn opgesteld door [reclasseringswerker] . Uit de rapporten blijkt dat de verdachte zich aan de voorwaarden heeft gehouden waaronder de voorlopige hechtenis is geschorst, zich coöperatief heeft opgesteld en dat hij met zijn behandeling bij De Waag is gestart. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf en daaraan onder meer een meldplicht en een ambulante behandeling te verbinden. Indien een gevangenisstraf van langer dan vier jaar zou worden opgelegd, kan een maatregel ex 38z van het Wetboek van Strafrecht volgens [reclasseringswerker] uitkomst bieden, hoewel dat volgens haar niet de voorkeur verdient. In het voortgangsverslag wordt aangegeven dat er mogelijkheden zijn om de behandeling bij De Waag binnen de penitentiaire inrichting doorgang te laten vinden.
Straf
De bewezen geachte feiten zijn gelet op hun aard en de omstandigheden waaronder zij zijn begaan, zodanig ernstig dat daarop niet anders kan worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van geruime duur. Voor één van de bewezenverklaarde feiten, het maken van een gewoonte van het vervaardigen van kinderporno, is in het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) het oriëntatiepunt vastgesteld op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaar. Voor de overige bewezenverklaarde feiten zijn geen LOVS oriëntatiepunten vastgesteld, maar het oriëntatiepunt voor verkrachting dat twee jaar gevangenisstraf is, vormt voor deze feiten van seksueel binnendringen en ontuchtige handelingen een aanknopingspunt. De rechtbank weegt voorts mee dat de seksuele handelingen gedurende een lange periode hebben plaatsgevonden bij een groot aantal minderjarige slachtoffers. De rechtbank zal in strafverminderende zin rekening houden met de omstandigheid dat de feiten de verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend en het feit dat de verdachte van het onder drie ten laste gelegde feit partieel wordt vrijgesproken. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten, een passende straf is.
De wet geeft bij een gevangenisstraf van deze duur geen ruimte voor het opleggen van een voorwaardelijk deel en derhalve evenmin voor het opleggen van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Maatregel
De rechtbank is van oordeel dat in onderhavige zaak het voorkomen van recidive van zwaarwegend belang is. Om dit te kunnen bewerkstelligen, kan een maatregel tot vrijheidsbeperking en gedragsbeïnvloeding, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht, worden opgelegd. Deze maatregel houdt in dat de verdachte zich na detentie aan vrijheidsbeperkende en gedragsbeïnvloedende maatregelen dient te houden en zich moet conformeren aan langdurig toezicht van de reclassering, opdat het risico op herhaling wordt geminimaliseerd.
Aan de voorwaarden voor oplegging van genoemde maatregel is naar het oordeel van de rechtbank voldaan. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de hierboven bewezen verklaarde zedenmisdrijven. Dit zijn misdrijven die gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen en op deze strafbare feiten zijn naar de wettelijke omschrijving gevangenisstraffen van vier of meer jaren gesteld. Bovendien is naar het oordeel van de rechtbank de oplegging van de maatregel in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is per 24 maart 2020 geschorst tot het moment van de einduitspraak in deze strafzaak. De rechtbank heeft zich er rekenschap van gegeven dat de voorlopige hechtenis heden zal herleven en ziet geen aanleiding om terzake thans anders te beslissen.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 5.000,-. De vordering strekt tot vergoeding van immateriële schade.
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 1.500,-. De vordering strekt tot vergoeding van immateriële schade.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 4] geconcludeerd tot gematigde toewijzing van de vordering, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast heeft zij gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast heeft zij gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 4] verzocht de gevorderde immateriële schade te matigen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 1] stelt de verdediging zich op het standpunt dat de vordering te ingewikkeld is om in het kader van dit strafproces te beoordelen. De benadeelde partij moet niet-ontvankelijk worden verklaard.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 4]
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade heeft geleden als gevolg van het onder 2 bewezenverklaarde feit. De benadeelde partij is door het handelen van verdachte op andere wijze in de persoon aangetast ex artikel 6:106
sub b van het Burgerlijk Wetboek, nu de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvoor voor de benadeelde zoals door hem onderbouwd die conclusie rechtvaardigt. De rechtbank stelt gelet op hetgeen de benadeelde partij heeft aangevoerd, de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 BW naar maatstaven van billijkheid vast op € 2.500,-. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij de categorie zedenzaken van de Letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 2.500,-.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 23 april 2019, de laatste dag van de pleegperiode, omdat vast is komen te staan dat de schade uiterlijk op die datum is ontstaan.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
De verdachte zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Aangezien de verdachte voor het onder 2 bewezenverklaarde strafbare feit zal worden veroordeeld en hij jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door dit feit is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 2.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 23 april 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [slachtoffer 4] .
[slachtoffer 1]
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde feit 4. De benadeelde partij heeft onderbouwd dat zijn eer of goede naam is geschaad in de zin van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van het maken en verspreiden van pornografische afbeeldingen van de benadeelde partij. De rechtbank zal de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 1.000,-.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.000,-.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 5 juli 2019, de laatste dag van de pleegperiode, omdat vast is komen te staan dat de schade uiterlijk op die datum is ontstaan.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
De verdachte zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Aangezien de verdachte voor het onder 4 bewezenverklaarde strafbare feit zal worden veroordeeld en hij jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door dit feit is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 juli 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [slachtoffer 1] .

8.De inbeslaggenomen goederen

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 1, 2, 4, 7, 12, 13 en 14 genummerde voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer en dat de onder 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 15 en 16 genummerde voorwerpen zullen worden teruggegeven aan de verdachte.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de goederen die nog niet aan de verdachte zijn teruggeven verbeurd moeten worden verklaard.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst d.d. 7 februari 2020 onder 1, 2, 4, 7, 12, 13 en 14 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met behulp van deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten 4 en 5 zijn begaan en de inhoud van deze voorwerpen (te weten: kinderporno) van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van de op de beslaglijst onder 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 15 en 16 genummerde voorwerpen.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36b, 36c, 36f, 38z, 57, 240b, 245, 247 en 248a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
door giften of beloften van geld of goed een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
ten aanzien van feit 5:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
5 (VIJF) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
legt aan verdachte op
de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 4] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 2.500,-, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 23 april 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 2.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2019, tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [slachtoffer 4] ;
bepaalt dat, als de verdachte niet het volledige bedrag betaalt en/of niet het volledige bedrag op hem kan worden verhaald, gijzeling zal worden toegepast voor de duur van 35 dagen. Het toepassen van gijzeling ontslaat de verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen door de verdachte aan de benadeelde partij de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de Staat de betalingsverplichtingen door de verdachte aan de benadeelde partijen doet vervallen;
de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 1.000,-, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 juli 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2019, tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [slachtoffer 1] ;
bepaalt dat, als de verdachte niet het volledige bedrag betaalt en/of niet het volledige bedrag op hem kan worden verhaald, gijzeling zal worden toegepast voor de duur van 20 dagen. Het toepassen van gijzeling ontslaat de verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen door de verdachte aan de benadeelde partij de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de Staat de betalingsverplichtingen door de verdachte aan de benadeelde partijen doet vervallen;
de inbeslaggenomen goederen
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 1, 2, 4, 7, 12, 13 en 14 genummerde voorwerpen, te weten:
1. STK Telefoontoestel Apple Iphone 6s eigenaar [slachtoffer 8] ;
2 1.00 STK Telefoontoestel HUAWEI Mate 20 eigenaar [naam] ;
4 1.00 STK Computer Kl: blauw ACER;
7 1.00 STK Computer Kl: grijs ACER;
12 1.00 STK Harddisk Kl:zwart Samsung 320gb;
13 1.00 STK Telefoontoestel: Kl:wit APPLE Iphone 6;
14 1.00 STK Telefoontoestel Kl: zwart APPLE iphone 8;
gelast de teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst onder 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 15 en 16 genummerde voorwerpen, te weten:
3 1.00 STK Computer Kl: zwart ACER;
5 1.00 STK Document KPN mapje met hierin puk code;
6 1.00 STK USB stick Kl:wit KPN;
8 1.00 STK Speelgoed diverse seksspeeltjes;
9 1.00 STK Computer: Kl:grijs APPLE tablet;
10 1.00 STK Dekbed Kl:wit;
11 1.00 STK Telefoontoestel Kl:grijs NOKIA;
15 1.00 STK Camera Kl:grijs SIWC-01 (beveiliging);
16` 1.00 DS Camera Kl: wit DENVER act-1013 in een doos en sd kaart.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P. van Essen, voorzitter,
mr. M.P.M. Loos, rechter,
mr. D. Gruijters, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. van Beelen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 september 2020.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 mei 2014 tot en met 5 juli 2019 te Delft en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
- in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 met [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 3] 2005, en/of
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 met [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum 8] 2003, en/of
- in de periode van 9 juni 2015 tot en met 5 maart 2017 met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2001, en/of
- in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 november 2016 met [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2001, en/of
- in de periode van 30 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014 met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 7] 1998,
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
(telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 2] ,
te weten:
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 2] en/of het laten zuigen en likken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 2] en/of
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de
anus en/of tussen de billen van die [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 mei 2014 tot en met 5 juli 2019 te Delft, en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
- in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 met [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 3] 2005, en/of
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 met [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum 8] 2003, en/of
- in de periode van 1 mei 2018 tot en met 23 april 2019 met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2003, en/of
- op of omstreeks 30 september 2015 met [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 2] 1999, en/of
- in de periode van 9 juni 2015 tot en met 5 maart 2017 tot en met 5 maart 2017 met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2001, en/of
- in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 november 2016 met [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2001, en/of
- in de periode van 30 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014 met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 7] 1998, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt,
(telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit:
- het (meermalen) plaatsen van de penis van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] in zijn, verdachtes, mond en/of (vervolgens) het zuigen en/of likken aan de penis van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] en/of
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of
- het (meermalen) aftrekken en/of betasten/strelen van de (ontblote) penis van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 2] en/of
- het (meermalen) laten aftrekken en/of betasten/strelen van zijn, verdachtes,(ontblote) penis door die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 2] ;
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 5 juli 2019 te Delft, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, door giften en/of beloften van geld en/of goed, te weten door het aanbieden en/of geven van een of meer geldbedrag(en) en/of sigaretten, en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door het grote leeftijdsverschil en/of het geestelijk overwicht,
- in de periode van 1 september 2014 tot en met 31 december 2016: [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 7] 1998, en/of
- in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 5 februari 2018: [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 2] 1999, en/of
- in de periode van 6 maart 2017 tot en met 1 april 2018: [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2001, en/of
- op of omstreeks 13 september 2018: [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 9] 2001, en/of
- in de periode van 24 april 2019 tot en met 5 juni 2019: [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2003,van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de
leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt, opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen te plegen en/of van verdachte te dulden, te weten:
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of het laten zuigen en likken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de anus en/of tussen de billen van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of
- het (meermalen) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, vinger(s) in de anus en/of tussen de billen van die [slachtoffer 1] en/of
- het (meermalen) plaatsen van de penis van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond en/of (vervolgens) het zuigen en/of likken aan de penis van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of
- het (meermalen) aftrekken en/of betasten/strelen van de (ontblote) penis van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of
- het (meermalen) laten aftrekken en/of betasten/strelen van zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ;
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 juni 2015 tot en met 5 juli 2019 te Delft, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een of meerdere foto('s) en/of video('s), en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten twee,
althans een of meer, mobiele telefoon(s) en/of twee, althans een of meer computer(s)),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, te weten:
[slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 3] 2005, en/of
[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2003, en/of
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 9] 2001, en/of
[slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2001, en/of
[slachtoffer 15] , geboren op [geboortedatum 10] 2001, en/of
[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2001, en/of
[slachtoffer 11] , geboren op [geboortedatum 11] 2003, en/of
[slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 2] 1999, en/of
[slachtoffer 14] , geboren op [geboortedatum 12] 2003 en/of
een persoon zichzelf noemde " [slachtoffer 17] " en/of
een onbekende jongen met een geschatte leeftijd tussen de 14 en 16 jaar,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of vinger(s) en/of een of meerdere voorwerp(en) oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 14] en/of het met een penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4]
( [bestand 1] en/of
[bestand 2] en/of
[bestand 3] , zaaksdossier p. 131)
( [bestand 4] , zaaksdossier p. 378)
( [bestand 5] , zaaksdossier p. 256)
en/of
het met een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 8]
(IMG_4089.jpg, zaaksdossier p. 26)
en/of
het met een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 7] en/of " [slachtoffer 17] " bij zichzelf
( [bestand 6] en/of
[bestand 7] en/of
[bestand 8] zaaksdossier p. 256 en 257)
( [bestand 9] en/of
[bestand 31] , zaaksdossier p. 168)
( [bestand 11] , zaaksdossier p. 290)
( [bestand 12] en/of
[bestand 13] , zaaksdossier p. 101)
( [bestand 14] en/of [bestand 15] , , zaaksdossier
p. 216 en 217)
( [bestand 16] en/of
[bestand 17] , zaaksdossier p. 232)
( [bestand 18] en/of
[bestand 19] en/of
[bestand 32] en/of [bestand 20] , zaaksdossier p. 306 en 307)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 14] en/of " [slachtoffer 17] ", en/of waarbij (door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's (nadrukkelijk) het (ontblote) geslachtsdeel van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 14] en/of " [slachtoffer 17] " in beeld worden gebracht en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestand 21] , zaaksdossier p. 26)
( [bestand 22] en/of
[bestand 33] , zaaksdossier p. 291)
( [bestand 24] , zaaksdossier p. 101)
( [bestand 25] , zaaksdossier p. 216)
( [bestand 26] , zaaksdossier p. 379)
( [bestand 27] , zaaksdossier p. 307)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 8] , waarbij deze persoon gekleed is (op een wijze) die niet bij zijn leeftijd past en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestand 28] , zaaksdossier p. 27 en p. 28)
en/of
het met een penis anaal penetreren van het lichaam van verdachte door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestand 29] , zaaksdossier p. 384)
en/of van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 5 juli 2019 te Delft en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een of meerdere foto('s) en/of video('s), en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten twee, althans een of meer, mobiele telefoon(s) en/of twee, althans een of meer computer(s)), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze persoon en/of de
uitsnede van de foto nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen in
beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestand 30] , zaaksdossier p. 68).

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2019183497, van de politie eenheid Den Haag met onderzoeksnaam Toledo, dienst regionale recherche, afdeling thematische opsporing, team zeden, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 401). Indien wordt verwezen naar procesdossier-I van de verdachte wordt het paginanummer voorafgegaan door “PD” (doorgenummerd blz. 1-80). Een verwijzing naar het algemeen dossier wordt voorafgegaan door “AD” (doorgenummerd blz. 1-111).
2.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 7] d.d. 31 oktober 2019, blz. 241-246.
3.PD proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 8 mei 2020, blz. 59-60.
4.Bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 augustus 2020.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 november 2019, blz. 235-236.