Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juli 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
6 november 2018 heeft de (ex-)werkgever aan verweerder verzocht om de WIA-uitkering van eiseres opnieuw te beoordelen. Naar aanleiding daarvan heeft een verzekeringsarts in dienst van verweerder een verzekeringsgeneeskundig onderzoek uitgevoerd. Deze primaire verzekeringsarts heeft van zijn bevindingen een rapport opgemaakt. Vervolgens heeft de primaire arbeidsdeskundige onderzoek verricht en eveneens gerapporteerd. Verweerder heeft zich op basis van deze rapporten bij het primaire besluit op het standpunt gesteld dat eiseres vanaf 30 januari 2019 meer arbeidsgeschikt is dan voorheen. Eiseres is voor 33,39% arbeidsongeschikt te achten en dat betekent dat haar WIA-uitkering met inachtneming van een uitlooptermijn is beëindigd per 1 april 2019.
16 januari 2019. Hierin is onder meer opgenomen dat eiseres heeft verklaard dat haar rugklachten onverminderd aanwezig zijn, waarbij zij soms uitstraling naar haar rechterbeen ervaart. Vanwege de pijn stelt eiseres ook psychische klachten te ervaren. De primaire verzekeringsarts komt tot de conclusie dat de lichamelijke beperkingen nog steeds aanwezig zijn, maar verwacht dat de beperkingen met actieve oefentherapie kunnen afnemen. Ook is er volgens de primaire verzekeringsarts sprake van lichte psychische beperkingen als gevolg van een aanpassingsstoornis. Eiseres haar belastbaarheid is weergegeven in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML).
26 augustus 2019 een rapport opgemaakt. Hierin komt de verzekeringsarts b&b tot de conclusie dat er geen sprake is van uitzonderingssituatie zoals bedoeld in het Schattingsbesluit, zodat eiseres niet volledig arbeidsongeschikt is en dat betekent dat er duurzaam benutbare mogelijkheden zijn. De verzekeringsarts b&b concludeert dat zij zich grotendeels kan vinden in de belastbaarheid zoals deze door de primaire verzekeringsarts is weergegeven. Vanwege het recent vastgesteld carpale tunnelsyndroom (CTS) beiderzijds wordt eiseres meer beperkt geacht ten aanzien van hand- en vingergebruik, werk met toetsenbord en muis en duwen of trekken en tillen of dragen. Er is volgens de verzekeringsarts b&b geen aanleiding om eiseres meer beperkt te achten vanwege haar rugklachten. In de FML is al ruimschoots rekening gehouden met een verminderde belastbaarheid van de rug en bovendien blijkt uit de informatie van de neuroloog dat de MRI op 1 juni 2019 geen afwijkingen toonde. Tot slot is er in de FML in voldoende mate rekening gehouden met de psychische klachten. De verzekeringsarts b&b acht daarbij van belang dat eiseres geen specialistische behandeling of therapie voor deze klachten heeft en geen medicatie gebruikt.
Beslissing
mr. L. Lemmen griffier. Als gevolg van de maatregelen rondom het Corona virus is deze uitspraak nu niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.