ECLI:NL:RBDHA:2020:8710

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
7 september 2020
Zaaknummer
C/09/597739 / FA RK 20-5489
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2020 een zorgmachtiging verleend aan een man, geboren in 1990, naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek was ingediend op 7 augustus 2020 en betrof de verlening van verplichte zorg op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek telefonisch gehouden vanwege de coronamaatregelen. Betrokkene heeft verklaard dat hij openstaat voor behandeling, maar zijn advocaat heeft aangegeven dat hij geen noodzaak ziet voor beperkingen in de vrijheid van betrokkene. De casemanager heeft echter benadrukt dat er een gebrek aan ziekte-inzicht is en dat verplichte zorg noodzakelijk is om betrokkene te ondersteunen in zijn behandeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrumstoornissen. Deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept. De rechtbank heeft de verzochte vormen van zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, als noodzakelijk beoordeeld. De zorgmachtiging is verleend tot en met 26 augustus 2021, met de mogelijkheid tot opname in een accommodatie indien betrokkene niet meewerkt aan de voorgestelde zorg. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en is vastgesteld op 2 september 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/597739 / FA RK 20-5489
Datum beschikking: 26 augustus 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. J.C. van Zundert te Delft.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 07 augustus 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 29 juli 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 28 juli 2020;
- een zorgplan van 23 juli 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 4 augustus 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene,
- de advocaat;
- de [casemanager]
Allen zijn akkoord met deze wijze van horen.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft ten aanzien van de zorgmachtiging verklaard dat hij het allemaal goed vindt. Betrokkene ziet drugsgebruik niet als een verslaving. Er is een gedoogbeleid in Nederland en er is niks mis met een wietje. Betrokkene drinkt geen alcohol, krijgt zijn medicatie en dat gaat goed. Betrokkene staat open voor een opname in de accommodatie in Amsterdam.
De advocaat van betrokkene heeft verklaard dat hij bij betrokkene bereidheid ziet om vrijwillig mee te werken aan behandeling en benadrukt dit ook.
Ten aanzien van de verzochte vormen van verplichte zorg heeft de advocaat verklaard dat hij voor het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, geen noodzaak ziet.
De casemanager heeft verklaard dat betrokkene inmiddels weer thuis verblijft. De verlenging van de zorgmachtiging is volgens hem noodzakelijk, omdat gebleken is dat er door de verstandelijke beperking nog steeds een gebrek aan ziekte-inzicht is. De zorgmachtiging is nodig zodat betrokkene behandeld kan worden en ondersteund om de goede keuzes te maken om gezond te blijven. Betrokkene staat op een wachtlijst voor opname in een accommodatie in Amsterdam. In deze instelling worden mensen met een licht verstandelijke beperking en verslavingsproblematiek behandeld. Hij kan daar op korte termijn terecht. Als betrokkene drugs gaat gebruiken, is er een kans dat hij decompenseert. De ambulante zorg die betrokkene nu krijgt bestaat uit observatie, huisbezoeken en het toedienen van medicatie. Als stoornis staat de verslaving, aldus de case-manager desgevraagd, bij betrokkene voorop. Betrokkene had contact met de Brijder maar dat is toen niet doorgegaan. Daarna is het bergafwaarts met hem gegaan. Er zijn vermoedelijk onvoldoende handvatten aan hem gegeven. Hij is gevoelig voor verslaving. Betrokkene werkt nu goed mee maar hij blijft tegelijkertijd wel blowen. Daardoor is de kans groter, dat hij psychotisch weer decompenseert en niet meer vrijwillig wil meewerken aan zijn behandeling. De zorgmachtiging dient ertoe dat hij dan direct opgenomen kan worden en de noodzakelijke behandeling kan krijgen.
Ten aanzien van de verzochte verplichte vormen van zorg heeft de casemanager verklaard welke verplichte vormen van zorg thans nog noodzakelijk zijn.

Beoordeling

Op 7 augustus 2020 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 17 september 2020.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid, bij opname;
- insluiten, bij opname ;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene, bij opname;
- onderzoek aan kleding of lichaam, bij opname ;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, bij opname;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, bij opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, cf G.D.-bevindingen, muv het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie, bij tekort schieten van ambulante zorg en bij psychotische ontregeling.
Met betrekking tot de opname overweegt de rechtbank dat de geneesheer-directeur slechts kan beslissen tot opname als betrokkene niet meewerkt aan de uitvoering van voormelde vormen van verplichte zorg en er dientengevolge ernstig nadeel dreigt, dan wel er op andere wijze ernstig nadeel dreigt dat voortkomt uit de stoornis. De geneesheer-directeur zal – alvorens tot opname te beslissen – de betrokkene (doen) horen en de opname zal alsdan niet langer duren dan nodig is om het dreigend ernstig nadeel af te wenden.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
De advocaat heeft benadrukt dat hij bij betrokkene bereidheid ziet om mee te werken aan de zorg. Uit de verklaring van de casemanager komt evenwel naar voren dat er met name door het blijven blowen momenten zijn dat het niet meer goed gaat met betrokkene en dat het risico bestaat dat betrokkene decompenseert. De rechtbank volgt de case-manager dat in dat geval niet uitgegaan kan worden van vrijwillig willen meewerken. De rechtbank heeft gelet op voormelde omstandigheden onvoldoende vertrouwen in zorg op vrijwillige basis.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid, bij opname;
- insluiten, bij opname ;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene, bij opname;
- onderzoek aan kleding of lichaam, bij opname ;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, bij opname;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, bij opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, cf G.D.-bevindingen, muv het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie, bij tekort schieten van ambulante zorg en bij psychotische ontregeling.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 26 augustus 2021;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door A.E. Babulall-Balkaran als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 augustus 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 2 september 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.