ECLI:NL:RBDHA:2020:8705
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard voor Britse burger op basis van Protocol nr. 24
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van een Britse burger. De eiser, die op 13 maart 2017 een asielaanvraag indiende, had eerder een aanvraag die op 19 april 2017 was afgewezen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verklaarde de tweede asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk op basis van artikel 30a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat eiser als Unieburger niet onder de uitzonderingen van Protocol nr. 24 valt. Eiser voerde aan dat verweerder in strijd met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel had gehandeld door te stellen dat er geen zienswijze was ingediend, terwijl dit wel het geval was. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder de zienswijze had ontvangen en deze had betrokken bij de beoordeling. De rechtbank concludeerde dat de vrees van eiser om van zijn familie gescheiden te raken niet tot een ander oordeel kon leiden, en dat er andere mogelijkheden voor eiser bestonden om verblijfsrecht te verkrijgen. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.