3.1.[eiser] vordert, zakelijk weergegeven:
te bepalen dat het op hem door de stichting uitgeoefende toezicht in het kader van het transmuraal verlof met ingang van de dag waarop dit vonnis wordt gewezen, althans binnen een andere termijn, voor onbepaalde duur is opgeschort;
te bepalen dat de Staat zich dient te onthouden van handelingen die het vrijelijk uitreizen vanuit Nederland en vrijelijk inreizen in Nederland van [eiser] op enigerlei wijze kunnen belemmeren, en
primair:
te bepalen dat uiterlijk 27 maart 2020, dan wel binnen een andere door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, een beslissing dient te volgen op het vijfde gratieverzoek;
de Staat te veroordelen de afwijzing van het vierde gratieverzoek van 20 december 2019 te (doen) herroepen;
de Staat te veroordelen het daarheen te leiden dat binnen twee weken na dagtekening van dit vonnis een positieve voordracht tot onvoorwaardelijke gratieverlening wordt ingediend bij (het kabinet van) de Koning in overeenstemming met de eenparig positieve adviezen van de strafrechter;
e Staat te veroordelen het daarheen te leiden dat uiterlijk op 28 februari 2020, althans binnen een andere door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, opnieuw op het vierde gratieverzoek wordt beslist;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag;
subsidiair:
te bepalen dat uiterlijk 27 maart 2020, dan wel binnen een andere door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, een beslissing dient te volgen op het vijfde gratieverzoek;
de Staat te veroordelen de afwijzing van het vierde gratieverzoek van 20 december 2019 te (doen) herroepen;
de Staat te veroordelen opnieuw op het vierde gratieverzoek te beslissen, onder bepaling dat de Staat i) aan de advocaat van [eiser] binnen twee weken na dagtekening van dit vonnis een concept dient te zenden van de nieuwe voordracht die de minister naar aanleiding van het vierde gratieverzoek van [eiser] voornemens zal zijn in te dienen bij het kabinet van de Koning, ii) zich zal dienen te onthouden van indiening van een voordracht totdat [eiser] de gelegenheid heeft gehad de inhoud daarvan in kort geding te doen toetsen, en wel voor een periode tot en met twee weken nadat in het door [eiser] aanhangig te maken kort geding vonnis zal zijn gewezen, met dien verstande dat de Staat niet gehouden zal zijn hieraan uitvoering te geven indien tussen de advocaat van [eiser] en de Staat overeenstemming is bereikt omtrent de voordracht;
e Staat te veroordelen binnen acht weken na dagtekening van dit vonnis te (doen) beslissen op het vierde gratieverzoek van [eiser] ,
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag;
meer subsidiair:
te bepalen dat naar aanleiding van het vijfde gratieverzoek
i. i) binnen een week na dagtekening van dit vonnis, dan wel binnen een andere door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, een verslag van bevindingen dient te worden opgesteld en dient te worden gezonden aan het OM en gelijktijdig aan de strafrechter;
ii) aan de advocaat van [eiser] binnen vijf weken na dagtekening van dit vonnis een concept wordt toegezonden van de voordracht die de minister naar aanleiding van het vijfde gratieverzoek van [eiser] voornemens zal zijn in te dienen bij het kabinet van de Koning, uitgaande van wederom positieve advisering door de strafrechter en de Staat zich dient te onthouden van indiening van een voordracht totdat [eiser] de gelegenheid heeft gehad de inhoud daarvan in kort geding te doen toetsen, en wel voor een periode tot en met twee weken nadat in het door [eiser] aanhangig te maken kort geding vonnis zal zijn gewezen, met dien verstande dat de Staat niet gehouden zal zijn hieraan uitvoering te geven indien tussen de advocaat van [eiser] en de Staat overeenstemming is bereikt omtrent de voordracht;
iii) de Staat wordt veroordeeld uiterlijk binnen dertien weken na dagtekening van dit vonnis te (doen) beslissen op het vijfde gratieverzoek van [eiser] ,
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag;
met veroordeling van de Staat in de werkelijke kosten van dit geding, op de wijze zoals in de dagvaarding beschreven.