ECLI:NL:RBDHA:2020:8650

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 augustus 2020
Publicatiedatum
4 september 2020
Zaaknummer
NL20.12872
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In de zaak tussen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder en een verzoeker van Iraanse nationaliteit, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2020 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd bij besluit van 17 juni 2020 buiten behandeling gesteld. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak schriftelijk behandeld, nadat zowel de verweerder als de verzoeker toestemming hadden gegeven om het onderzoek ter zitting achterwege te laten.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er bij een eerdere uitspraak, zaaknummer NL20.12871, al een beslissing is genomen op het beroep van de verzoeker. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, in aanwezigheid van mr. M.A.J. van Beek als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt, maar niet in een openbare zitting vanwege de coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.12872

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiser] , verzoeker

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. A. Agayev),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

ProcesverloopBij besluit van 17 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdin de algemene procedure buiten behandeling gesteld.

Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft bij brief van 6 juli 2020 toestemming gegeven aan de voorzieningenrechter om de zaak schriftelijk te behandelen. Verzoeker heeft deze toestemming op 10 juli 2020 gegeven.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft en uitspraak wordt gedaan op grond van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt van Iraanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] .
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.12871, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.J. van Beek, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.