ECLI:NL:RBDHA:2020:8549
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de zorg voor kinderen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2011, in een pleegzorgvoorziening. De zaak is aanhangig gemaakt door Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, die als gecertificeerde instelling optreedt. De moeder van de minderjarige, die in een problematische situatie verkeert door haar alcoholverslaving, heeft ingestemd met het verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks positieve stappen zoals het vinden van een eigen woning en werk, momenteel niet in staat is om voor haar kind te zorgen. De relatie met haar ex-partner is beëindigd en deze speelt geen substantiële rol meer in het leven van de minderjarige. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de gronden voor de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de onveilige thuissituatie voor de minderjarige. De machtiging is verlengd tot 28 november 2020, de duur van de ondertoezichtstelling.