Op 1 september 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, bewoners van de omgeving, hebben bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die aan Mundus Invest B.V. is verleend voor het realiseren van een vierde bouwlaag op een bestaand woongebouw in Den Haag. De vergunning betreft de uitbreiding van het aantal woningen van 30 naar 34, inclusief het maken van een trap en een dakopbouw. Verzoekers stellen dat de extra bouwlaag in strijd is met het bestemmingsplan en dat de stedenbouwkundige inpassing niet voldoet aan de welstandseisen. Ze vrezen ook dat de parkeerdruk in de omgeving zal toenemen door de extra woningen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vergunninghoudster op korte termijn wil beginnen met de werkzaamheden en dat er voldoende spoedeisend belang aanwezig is. De rechter heeft de argumenten van verzoekers tegen de omgevingsvergunning beoordeeld, maar oordeelt dat het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan Bohemen 2008 en het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Bohemen 2018. De voorzieningenrechter concludeert dat de vergunning terecht is verleend, omdat er geen weigeringsgronden zijn geconstateerd. De bezwaren van verzoekers met betrekking tot de parkeerbehoefte en de stedenbouwkundige aspecten zijn niet gegrond bevonden. De rechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor de omgevingsvergunning in stand blijft.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 september 2020, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.