ECLI:NL:RBDHA:2020:8465

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 augustus 2020
Publicatiedatum
1 september 2020
Zaaknummer
NL20.11891
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met proceskostenvergoeding

In de zaak tussen de verzoeker, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2020 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 25 augustus 2020, waar beide partijen zich lieten bijstaan door hun gemachtigde en een tolk aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (zaaknummer NL20.11890), er geen grond is voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. Het verzoek om voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Echter, omdat het beroep in de bodemzaak gegrond is verklaard, heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker. Deze kosten zijn vastgesteld op € 525,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht.

De uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, in aanwezigheid van mr. M. Belhaj, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.11891

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. S. Thelosen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Slutzky).

ProcesverloopBij besluit van 28 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdin de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.11890, plaatsgevonden op 25 augustus 2020. Partijen zijn verschenen en hebben zich laten bijstaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen mevrouw M. Abdalla.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.11890 heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak waarover dit verzoek om voorlopige voorziening gaat gegrond verklaard.
2. Gegeven die beslissing in de bodemzaak is er geen grond voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening, zodat het verzoek wordt afgewezen.
3. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. Belhaj, griffier.
De uitspraak is gedaan op:
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.