ECLI:NL:RBDHA:2020:8463

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 augustus 2020
Publicatiedatum
1 september 2020
Zaaknummer
NL20.13297
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2020 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, had op 10 februari 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel, die op 19 juni 2018 was ingediend. Dit beroep is geregistreerd onder nummer NL20.3657. Op 23 juni 2020 heeft de staatssecretaris de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, waarop verzoeker opnieuw beroep heeft ingesteld, geregistreerd onder nummer NL20.13296. Daarnaast heeft verzoeker een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, geregistreerd onder nummer NL20.13297.

De zitting vond plaats op 25 augustus 2020, waar zowel verzoeker als zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een tolk, de heer A. Zekhnini, aanwezig geweest. De voorzieningenrechter overwoog dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de andere zaken, was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, in aanwezigheid van mr. M. Belhaj, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.13297

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. M.H.R. de Boer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Slutzky).

Procesverloop

Verzoeker heeft op 10 februari 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van 19 juni 2018. Dit beroep is geregistreerd onder nummer NL20.3657.
Bij besluit van 23 juni 2020 heeft verweerder de aanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft tegen dit besluit eveneens beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder nummer NL20.13296. Daarnaast heeft verzoeker een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Dit verzoek is geregistreerd onder nummer NL20.13297.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaken met zaaknummer NL20.13296 en NL20.3657, plaatsgevonden op 25 augustus 2020. Eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen de heer A. Zekhnini.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL20.3657 en NL20.13296, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. Belhaj, griffier.
De uitspraak is gedaan op:
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.