ECLI:NL:RBDHA:2020:8238
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nicaraguaanse man wegens gebrek aan geloofwaardige vervolgingsvrees
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een man met de Nicaraguaanse nationaliteit. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij persoonlijk te vrezen had voor vervolging of ernstige schade bij terugkeer naar Nicaragua. De eiser had een relaas gepresenteerd waarin hij zijn lidmaatschap van de Sandinistische partij en de problemen die hij daardoor had ondervonden uiteenzette. Echter, de rechtbank vond de door de eiser aangevoerde gronden niet geloofwaardig. De rechtbank concludeerde dat de verweerder, de Staatssecretaris, terecht twijfels had geuit over de geloofwaardigheid van de verklaringen van de eiser en dat de asielaanvraag daarom ongegrond was. De uitspraak werd gedaan door mr. A.K. Mireku, in aanwezigheid van griffier mr. B.V.A. Corstens. De eiser had de mogelijkheid om binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.