ECLI:NL:RBDHA:2020:8238

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 januari 2020
Publicatiedatum
27 augustus 2020
Zaaknummer
NL 19.31408
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nicaraguaanse man wegens gebrek aan geloofwaardige vervolgingsvrees

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een man met de Nicaraguaanse nationaliteit. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij persoonlijk te vrezen had voor vervolging of ernstige schade bij terugkeer naar Nicaragua. De eiser had een relaas gepresenteerd waarin hij zijn lidmaatschap van de Sandinistische partij en de problemen die hij daardoor had ondervonden uiteenzette. Echter, de rechtbank vond de door de eiser aangevoerde gronden niet geloofwaardig. De rechtbank concludeerde dat de verweerder, de Staatssecretaris, terecht twijfels had geuit over de geloofwaardigheid van de verklaringen van de eiser en dat de asielaanvraag daarom ongegrond was. De uitspraak werd gedaan door mr. A.K. Mireku, in aanwezigheid van griffier mr. B.V.A. Corstens. De eiser had de mogelijkheid om binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL19.31408
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
V-nummer: [naam ]
(gemachtigde: [naam ] ),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: [naam ] ).
Procesverloop
Bij besluit van 17 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van
eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene
procedure afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2020. Eiser is verschenen,
bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk Spaans is verschenen [naam ] . Verweerder heeft
zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1. Eiser heeft de Nicaraguaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] .
2. Eiser heeft het volgende relaas aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd. In 2010
is hij voor de Sandinistische regering gaan werken als reparateur van medische apparatuur
in een staatsziekenhuis. Hij werd daarop geronseld voor de jonge Sandinisten en heeft
meegeholpen bij twee verkiezingscampagnes. Toen in 2018 protesten tegen de regering
uitbraken werd eiser gevraagd om zich bij de paramilitairen aan te sluiten die werden
ingezet tegen de protesten. Eiser was het echter niet eens met de manier waarop de regering
met de protesten omging. Hij heeft geweigerd om zich bij de paramilitairen aan te sluiten
onder het mom van een knieblessure. Ook heeft hij zich aangesloten bij de ‘ [naam ]
’ en meegelopen bij protesten tegen de overheid. Op 12 september 2018 is hij
ontslagen. In november 2018 heeft eiser hierom een rechtszaak aangespannen tegen de
regering. Eind november 2018 is hij gearresteerd en een nacht vastgezet. Daarna werd eiser
via sociale media bedreigd omdat hij een verrader en terrorist zou zijn. In januari 2019 is
eiser, nadat hij terugkwam van deelname aan een protest, weer gearresteerd en opgesloten.
In de cel is hij geslagen door de politie. Een agent heeft hem en mede-arrestanten gezegd dat
ze blij moeten zijn dat ze nog leven. Na vrijlating is eiser eerst op het platteland van
Nicaragua ondergedoken, daarna in mei 2019 bij een vriend in [naam ] en daarna bij een
neef in [naam ] . Van zijn moeder hoorde hij dat de paramilitairen nog steeds naar hem op zoek
zijn, dat ze haar huis surveilleren en naar hem vragen. Daarop besloot eiser om te vertrekken
uit Nicaragua. Op advies van zijn advocaat heeft eiser gewacht tot het juiste moment in
november 2019 om te vertrekken.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante
elementen:
a. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
b. Lidmaatschap van de Sandinistische partij;
c. Problemen als gevolg van zijn lidmaatschap van de Sandinistische partij.
Verweerder heeft element a geloofwaardig en elementen b en c niet geloofwaardig
gevonden. Hij heeft daarom de asielaanvraag afgewezen als ongegrond.
4. Eiser is het met dit besluit niet eens. Hij voert aan dat verweerder de door hem
overgelegde kopie van zijn lidmaatschapspas ten onrechte onleesbaar heeft gevonden. Voor
de zekerheid heeft hij in beroep een nieuwe kopie overgelegd. Ook heeft verweerder
volgens eiser onvoldoende gemotiveerd waarom hij aan zijn geloofwaardigheid twijfelt.
Verweerder is verder ten onrechte voorbij gegaan aan de door eiser overgelegde informatie
over de slechte algemene situatie Nicaragua.
5. De gronden van eiser slagen niet. Eiser heeft verklaard actief lid te zijn geweest
van de Sandinistische partij. Verweerder heeft dat niet geloofwaardig geacht. Dat is in het
voornemen en bestreden besluit voldoende gemotiveerd en verweerder heeft daarbij
gewezen op ongerijmde en bevreemdingwekkende verklaringen. Daar is eiser niet op
ingegaan in zijn beroepschrift. Een lidmaatschapspas kan dat, of deze nu wel of niet leesbaar
is, op zichzelf niet anders maken, omdat dit niet kan onderbouwen dat eiser daadwerkelijk
actief is geweest binnen de partij. Eiser heeft verder naar voren gebracht dat hij is ontslagen
vanwege deelname aan protesten tegen de overheid, dat hij is gearresteerd en vastgezet en
dat hij is bedreigd door de overheid of overheidsgezinden. Ook dat heeft verweerder niet
geloofwaardig geacht. Verweerder heeft daarbij gewezen op verschillende punten in eisers
verklaringen. Ook daar is eiser niet op ingegaan in zijn beroepschrift. Eiser heeft dan ook
niet aannemelijk gemaakt dat eiser persoonlijk te vrezen heeft voor vervolging of ernstige
schade bij terugkeer naar Nicaragua. De landeninformatie waar eiser op wijst ziet niet op
hem persoonlijk en kan dit dus niet veranderen. Verweerder heeft de aanvraag dus mogen
afwijzen al ongegrond.
6. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen
aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, rechter, in aanwezigheid van
mr. B.V.A. Corstens, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op 24 januari 2020.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.
Mr. A.K. Mireku B.V.A. Corstens
Rechter
Griffier