ECLI:NL:RBDHA:2020:8205
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag doelgroepverklaring loonkostenvoordeel wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de afwijzing van een aanvraag voor een doelgroepverklaring loonkostenvoordeel. De eiser had op 19 februari 2019 een aanvraag ingediend, maar deze werd afgewezen omdat deze niet tijdig was ingediend, namelijk meer dan drie maanden na de aanvang van het dienstverband op 1 januari 2018. Eiser had eerder op 16 november 2018 een aanvraag gedaan, die ook was afgewezen om dezelfde reden. Eiser stelde dat hij telefonisch was geïnformeerd dat de doelgroepverklaring elk jaar opnieuw kon worden aangevraagd, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor deze toezegging. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht was afgewezen en dat er geen schending van de hoorplicht had plaatsgevonden, aangezien eiser had aangegeven geen hoorzitting te willen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.