ECLI:NL:RBDHA:2020:8172
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering bijzondere bijstand voor tandartskosten en de zorgvuldigheid van het besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van bijzondere bijstand voor tandartskosten. Eiseres had op 25 november 2017 bijzondere bijstand aangevraagd voor tandartskosten, welke aanvankelijk was goedgekeurd. Echter, na een nieuwe aanvraag op 30 januari 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer de aanvraag afgewezen, met als argument dat de kosten niet noodzakelijk waren. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. In beroep heeft eiseres aangevoerd dat de procedure niet zorgvuldig was verlopen en dat haar persoonlijke situatie niet was onderzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het advies van de tandheelkundig adviseur, waarop het besluit was gebaseerd, niet op zorgvuldige wijze was verkregen, omdat het geen rekening hield met de specifieke klachten van eiseres als gevolg van artrose. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit onzorgvuldig was en heeft het vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten op basis van aanvullend advies dat later was ingediend. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.