ECLI:NL:RBDHA:2020:8041

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 augustus 2020
Publicatiedatum
21 augustus 2020
Zaaknummer
C/09/597443 / FA RK 20-5297
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 13 augustus 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1956. De officier van justitie had op 10 augustus 2020 een verzoek ingediend om deze maatregel voort te zetten, na een eerdere oplegging op 8 augustus 2020. De mondelinge behandeling vond plaats via een telefonische zitting, vanwege de geldende coronamaatregelen. Betrokkene, die in een accommodatie verblijft, heeft tijdens de zitting verklaard dat hij niet langer opgenomen hoeft te zijn en dat hij geen zelfmoordneigingen heeft. Zijn advocaat voerde aan dat de medische verklaring onjuist was en dat er geen grond was voor gedwongen opname. De arts die betrokkene behandelde, bevestigde dat er in het verleden agressie-incidenten hebben plaatsgevonden, maar dat er momenteel geen suïcidaliteit waarneembaar was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door het hinderlijke gedrag van betrokkene, wat kan leiden tot agressie van anderen. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om dit nadeel af te wenden, en dat betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht had om vanuit een ambulante setting het ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verleende daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 3 september 2020. De beschikking is gegeven door rechter H.M. Boone, bijgestaan door griffier K.D. van den Berg, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/597443 / FA RK 20-5297
Datum beschikking: 13 augustus 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 10 augustus 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1956 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. G.E.M. Later te ’s-Gravenhage.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 augustus 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 8 augustus 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leiden tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 8 augustus 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 augustus 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene;
- de advocaat;
- de behandeld [arts] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft verklaard dat hij niet langer opgenomen hoeft te zijn aangezien het een groot toneelspel was en hij de boel een beetje heeft gefopt. Volgens betrokkene wilde hij kijken hoelang het duurde voordat hij thuis hulp kreeg.
Wanneer betrokkene echt zelfmoord had willen plegen, dan was dat al gebeurd. Betrokkene wil echter geen zelfmoord plegen, want hij wil 105 jaar oud worden. Betrokkene heeft tot slot aangegeven dat hij iedere dag trouw zijn medicatie inneemt. Verder zijn alle beschreven incidenten niet waar.
De advocaat heeft aangevoerd dat de medische verklaring niet klopt. Betrokkene heeft gebeld om te kijken hoelang het duurde voordat hij thuis hulp kreeg. Zelfmoordneigingen zijn er niet. Betrokkene wilde vrijwillig opgenomen worden en dit blijkt ook uit de politiemutatie van 8/8/2020, dus voor een gedwongen opname is geen grond. De psychiater heeft verder dingen opgenomen die voor het grootste gedeelte onzin zijn en zijn terug te voeren op het verleden. Het gaat volgens de advocaat onder andere om de brandstichting, het idee van betrokkene dat hij wordt vergiftigd en dat betrokkene een hulpverlener zou hebben gewurgd. Ook is in de politiemutaties niets opgenomen over overlast in de thuissituatie. Volgens de advocaat is ernstig lichamelijk letsel en het oproepen van agressie van derden niet aan de orde. Tot slot heeft de advocaat aangegeven dat betrokkene zijn medicatie inneemt.
De arts heeft verklaard dat betrokkene zich weliswaar joviaal en vriendelijk opstelt, maar door kleine opmerkingen zeer boos kan worden. De arts heeft voorts aangegeven dat er zich tijdens eerdere opnames agressie-incidenten hebben voorgedaan. Ook tijdens de huidige opname is zichtbaar dat betrokkene een kort lontje heeft. De arts ziet duidelijk Betrokkene was thuis aan het verbouwen en sliep weinig waardoor hij ontregeld is geraakt. De arts heeft voorts aangegeven dat betrokkene niet akkoord gaat met verandering van de medicatie.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
In het verleden hebben zich agressie-incidenten voorgedaan. Betrokkene heeft een kort lontje en kan door kleine opmerkingen verbaal agressief en met een fysiek intimiderende houding reageren. Tijdens de zitting heeft de rechtbank zelf kunnen constateren dat betrokkene door anderen heen blijft praten als deze aan het woord zijn. Betrokkene gebruikt dreiging ook om iets voor elkaar te krijgen wat hij wil. Gelet hierop en gelet op de agressie van betrokkene naar anderen bestaat het risico dat betrokkene agressie van anderen over zichzelf afroept.
De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van een risico op suïcide. Uit de verklaringen ter zitting volgt dat betrokkene de suïcidaliteit heeft ingezet om iets voor elkaar te krijgen. Op de afdeling wordt dit nadeel ook niet waargenomen. Daarnaast is het ernstig nadeel bestaande uit maatschappelijke teloorgang niet nader onderbouwd, zodat de rechtbank dit thans ook niet aanwezig acht.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten bipolaire stemmingsstoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- opnemen in een accommodatie.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene heeft onvoldoende ziekte-inzicht en – besef om vanuit een ambulante setting het ernstig nadeel af te wenden.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de man]

geboren op [geboortedag] 1956 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 september 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, bijgestaan door K.D. van den Berg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 augustus 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 augustus 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.