ECLI:NL:RBDHA:2020:8040

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 augustus 2020
Publicatiedatum
21 augustus 2020
Zaaknummer
C/09/597455 / FA RK 20-5305
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel. Dit verzoek was ingediend op 10 augustus 2020, na de eerdere oplegging van de maatregel op 7 augustus 2020. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1955, die momenteel verblijft in een accommodatie en die eerder niet heeft ingestemd met een vrijwillige opname. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, een arts-assistent en een psychiater. De betrokkene heeft verklaard dat zij het niet eens is met de opname en de voorgestelde medicatie, en dat zij zich vrijheidsberoven voelt. De advocaat van de betrokkene heeft verzocht om afwijzing van de machtiging, terwijl de arts-assistent en psychiater de noodzaak van voortzetting van de crisismaatregel onderbouwden met zorgen over de geestelijke gezondheid van de betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, en heeft geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank verleent daarom de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 3 september 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/597455 / FA RK 20-5305
Datum beschikking: 13 augustus 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 10 augustus 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. J.I. Echteld te Gouda.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 augustus 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 7 augustus 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Westland tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 7 augustus 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 augustus 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene;
- de [psychiater 2]
- de [arts-assistent] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft verklaard dat het goed met haar gaat en dat zij nog wel wat langer in de accommodatie wil blijven. Volgens betrokkene is zij alleen moe, omdat zij de aflopen periode fulltime heeft gewerkt.
Betrokkene heeft voorts aangegeven dat zij het niet eens is met de manier waarop de opname is gegaan. Zij is in haar eigen huis belaagd door de huisarts en mensen van de GGZ en er is gezegd dat zij medicatie in moest nemen. Betrokkene vindt dit vrijheidsberoving.
De advocaat heeft verklaard dat betrokkene op vrijwillige basis in de accommodatie wil blijven. Betrokkene is vermoeid en wil nog verder uitrusten. Betrokkene vindt de medicatie echter niet nodig, want er is geen sprake van een stoornis. Ook het ernstig nadeel/gevaar dat is geschetst niet aan de orde. Vanwege de warmte werkt betrokkene in de nacht.
De advocaat heeft namens betrokkene verzocht de machtiging af te wijzen.
De arts-assistent heeft verklaard dat betrokkene is opgenomen met een manisch psychotisch toestandsbeeld. Ook de afgelopen dagen is dit nog zichtbaar geweest. Er is sprake van verhoogd associatief denken en betrokkene is moeilijk te onderbreken in contact. Daarnaast raakt betrokkene in het contact met anderen makkelijk geïrriteerd en komt zij nauwelijks aan slapen toe waardoor gevaar voor uitputting dreigt. De arts-assistent heeft voorts aangegeven dat betrokkene eerder niet heeft ingestemd met een vrijwillige opname en dat de bereidheid tot opname nog steeds wisselend is. Volgens de arts-assistent is het noodzakelijk dat betrokkene langer blijft opgenomen en behoort ambulante hulpverlening nu nog niet tot de mogelijkheden. De psychiater heeft hier aan toegevoegd dat het de bedoeling is om te starten met medicatie. Volgens de psychiater kan niet worden uitgesloten dat insluiten, het beperken van bewegingsvrijheid en het beperken van het telefoongebruik niet nodig zal zijn.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige immateriële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en bipolaire stemmingsstoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Alhoewel betrokkene heeft aangegeven dat zij vrijwillig in de accommodatie wil blijven, is niet gebleken dat zij zich wil conformeren aan de behandeling. Een vrijwillig verblijf betekent niet alleen in de accommodatie verblijven, maar ook het conformeren aan de behandeling en samen met de artsen tot behandeldoelen komen. De rechtbank heeft, gelet op de verklaringen ter zitting, geen vertrouwen in de bereidheid van betrokkene tot een vrijwillig verblijf in de accommodatie.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de vrouw] ,

geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 september 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, bijgestaan door K.D. van den Berg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 augustus 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 augustus 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.