BIJLAGE
Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 4 juli 2016, nr. DGP/ARBVW 2016-777969, houdende de mogelijkheid tot wijziging van de functie op aanvraag van de ambtenaar (Stct. 2016, nr. 38696)
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. aandachtsgebied: het aandachtsgebied, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ll, van het Besluit algemene rechtspositie politie;
b. aanvraag: de aanvraag, bedoeld in artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie;
c. ambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit bezoldiging politie;
d. bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Besluit bezoldiging politie;
e. functie: een functie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel r, van het Besluit bezoldiging politie;
f. LFNP: Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel vv, van het Besluit bezoldiging politie;
g. specifieke functionaliteit: de specifieke functionaliteit, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel mm, van het Besluit algemene rechtspositie politie;
h. werkterrein: het werkterrein, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel kk, van het Besluit algemene rechtspositie politie.
i. wezenlijk afwijken: in overwegende mate voldoen aan de niveaubepalende elementen van een andere functie als omschreven in het onderdeel ‘kern van de functie’ van de betreffende functie, dan wel overeenkomen met de definitie van het werkterrein, het aandachtsgebied of de specifieke functionaliteit behorende bij de huidige functie opgenomen in de bijlage 4, horende bij artikel 3, vierde lid, van de Regeling vaststelling LFNP.
1. In de aanvraag maakt de ambtenaar aannemelijk dat hij gedurende ten minste één jaar voorafgaand aan de aanvraag, feitelijke werkzaamheden heeft verricht die wezenlijk afwijken van zijn huidige functie dan wel overeenkomen met een werkterrein, een aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit.
2. De periode van één jaar als bedoeld in het eerste lid vangt niet eerder aan dan de dag waarop de ambtenaar de huidige aan hem opgedragen functie feitelijk uitoefent.
1. Het bevoegd gezag wijst de aanvraag toe, indien de feitelijke werkzaamheden, bedoeld in artikel 2:
b. gedurende ten minste één jaar voorafgaand aan de aanvraag tot wijziging van de functie dan wel wijziging of toekenning van het werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit zijn verricht;
c. wezenlijk afwijken van de huidige functie dan wel van een werkterrein, een aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit van de ambtenaar, en
d. niet van kennelijk tijdelijke aard zijn.
2. In afwijking van het eerste lid wijst het bevoegd gezag de aanvraag af, indien een zwaarwegend dienstbelang zich tegen plaatsing op de andere functie verzet, dan wel indien de ambtenaar verzoekt niet tot plaatsing op een andere functie over te gaan, en geeft daarbij toepassing aan artikel 5.
Artikel 7
In individuele gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, kan het bevoegd gezag een bijzondere voorziening treffen.
Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2016, nr. DGP/ARBVW 2016-2022887, houdende wijziging van de Regeling aanvraag plaatsing op een andere dan de ambtenaar opgedragen functie (Stct. 2016, nr. 67383)
ARTIKEL I
Artikel 2, tweede lid, van de Regeling aanvraag plaatsing op een andere dan de ambtenaar opgedragen functie komt te luiden:
2. De periode van één jaar als bedoeld in het eerste lid vangt niet eerder aan dan de dag waarop de ambtenaar in een LFNP-functie is geplaatst of aangesteld.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 juli 2016.
(…).