ECLI:NL:RBDHA:2020:7958

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 augustus 2020
Publicatiedatum
20 augustus 2020
Zaaknummer
NL20.11624
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing opvolgende asielaanvraag van een Ethiopische staatsburger met politieke activiteiten voor het Oromo Liberation Front

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een opvolgende asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Ethiopische staatsburger, had asiel aangevraagd op basis van zijn politieke activiteiten voor het Oromo Liberation Front (OLF). De staatssecretaris had de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met de stelling dat de politieke activiteiten van eiser niet zwaarwegend genoeg waren voor het verlenen van asiel. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze afwijzing, waarbij hij aanvoert dat hij bij terugkeer naar Ethiopië te vrezen heeft voor vervolging vanwege zijn politieke activiteiten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende heeft onderbouwd waarom hij de door eiser aangehaalde bronnen over de situatie in Ethiopië als onbetrouwbaar beschouwt. Eiser heeft recente landeninformatie overgelegd die een ander beeld schetst dan de informatie waarop de staatssecretaris zijn besluit heeft gebaseerd. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet voldoende rekening heeft gehouden met deze recente informatie en dat het bestreden besluit daardoor onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en gemotiveerd.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.050,-. Deze uitspraak is openbaar gedaan en kan binnen een week na bekendmaking in hoger beroep worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.11624

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. G. van Reemst),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. N.H.T. Jansen).

ProcesverloopBij besluit van 25 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak met nummer NL20.11625, plaatsgevonden op 9 juli 2020. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen N. Fictoor. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] 2000 en bezit de Ethiopische nationaliteit.
2. In augustus 2016 is eiser Nederland ingereisd en heeft hij asiel aangevraagd. Deze aanvraag is bij besluit van 12 oktober 2017 afgewezen. Dit staat in rechte vast.
3. Vervolgens heeft eiser een opvolgende asielaanvraag ingediend. Daaraan heeft hij kort weergegeven ten grondslag gelegd dat hij in Nederland politieke activiteiten is gaan ontplooien voor het
Oromo Liberation Front(OLF).
4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de opvolgende asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Voorts is een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de door eiser in Nederland ontplooide politieke activiteiten onvoldoende zwaarwegend zijn voor het verlenen van een asielvergunning.
5. Op wat eiser daartegen aanvoert wordt hierna ingegaan.
De rechtbank oordeelt als volgt.
6. Eiser voert aan dat verweerder heeft miskend dat hij bij terugkeer naar Ethiopië te vrezen heeft voor vervolging vanwege zijn politieke activiteiten voor het OLF. Daarbij wijst eiser, naast de in de zienswijze aangehaalde bronnen, op de diverse rapportages en nieuwsberichten die in de bijlage bij deze uitspraak zijn opgenomen.
7. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat de nieuwe politieke koers die premier Abiy Ahmed Ali sinds april 2018 heeft ingezet bepalend is, en dat deze koers meer ruimte biedt aan politieke groeperingen waaronder het OLF. Verweerder baseert zich hierbij op het algemeen ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken inzake Ethiopië van juli 2018 en op het rapport ‘Ethiopia: COI Compilation’ van
Accordvan november 2019. Volgens verweerder blijkt hieruit dat politieke meningsverschillen in Ethiopië nu vreedzaam worden opgelost en dat er slechts gewelddadige confrontaties plaatsvinden met de gewapende tak van het OLF waar eiser geen lid van is. De bronnen die eiser in de zienswijze heeft aangehaald, zijn volgens verweerder onvoldoende betrouwbaar, objectief en onafhankelijk en zien volgens verweerder op incidenten die inherent zijn aan een politieke overgangssituatie.
8. De rechtbank stelt allereerst vast dat verweerder onvoldoende heeft onderbouwd waarom hij de door eiser aangehaalde bronnen onvoldoende betrouwbaar acht. Verweerder heeft slechts gesteld dat de bronnen moeilijk te verifiëren zijn en niet representatief zijn voor de algemene situatie. Eiser heeft echter de inhoud van de bronnen in de zienswijze opgenomen, dan wel in de voetnoten een vindplaats vermeld. Verder zijn de bronnen grotendeels afkomstig van niet-gouvernementele organisaties die op het gebied van internationale mensenrechten een goede bekendheid genieten, te weten
Human Rights Watchen
Amnesty International. Daarnaast heeft eiser gewezen op berichten van gesteld Ethiopiëdeskundigen T. Trueman, G. Schröder en F. Horne, maar geeft verweerder niet aan waarom hij de deskundigheid van deze personen betwist.
9. De rechtbank stelt verder vast dat eiser heeft gewezen op landeninformatie die recenter is dan de landeninformatie waarop verweerder zich baseert. Het algemeen ambtsbericht en het
Accord-rapport zien op de periode tot november 2019. Eiser heeft echter diverse bronnen van latere datum aangehaald. Deze bronnen geven bovendien een ander beeld dan het beeld dat door verweerder wordt geschetst. Bij wijze van voorbeeld wijst de rechtbank op het door eiser aangehaalde rapport uit maart 2020 van
Danish Immigration Service(pagina 13) waaruit blijkt dat de beweging waarbij aan het OLF meer ruimte is gegeven alweer op zijn retour is, dat er recentelijk OLF-kantoren zijn gesloten door de Ethiopische autoriteiten en dat bij diverse recente demonstraties sprake is geweest van het massaal detineren, aanvallen en doden van (ook niet-militante) OLF-aanhangers.
10. De rechtbank is van oordeel dat het op de weg van verweerder had gelegen om acht te slaan op de recente landeninformatie, temeer daar verweerder zelf heeft onderkend dat de situatie in Ethiopië is te typeren als onstabiel. Dat een deel van de landeninformatie eerst in beroep door eiser is overgelegd, maakt dit niet anders. Daartoe is redengevend dat het voor een deel gaat om landeninformatie van voor het bestreden besluit en dat de rechtbank voor het overige op grond van artikel 83, eerste lid, van de Vw gehouden is om ook de meest recente landeninformatie bij de beoordeling van het beroep te betrekken. De rechtbank acht verder van belang dat van eiser geen terughoudendheid mag worden verwacht bij het in Ethiopië voortzetten van zijn geloofwaardig geachte politieke activiteiten.
11. Gelet hierop is het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd. Het bestreden besluit is daarmee in strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep is gegrond. Omdat het op de eerste plaats op de weg van verweerder ligt om de geloofwaardig geachte politieke activiteiten van eiser te beoordelen in het licht van de actuele veiligheidssituatie in Ethiopië, zal de rechtbank verweerder opdragen om een nieuw besluit op eisers asielaanvraag te nemen.
12. De rechtbank ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.050,- bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift en een punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 525,- en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit;
 draagt verweerder op om een nieuw besluit op eisers asielaanvraag te nemen;
 veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten ten bedrage van € 1.050,- (duizendvijftig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. C. van Boven-Hartogh, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier.

Bijlage

Al Jazeera, ‘Ethiopia's Abiy says protests' death toll rises to 86’, 4 november 2019.
France 24, ‘Dozens killed in anti-Abiy protests, ethnic violence in Ethiopia’, 25 oktober 2019.
Amnesty International,
Beyond Law Enforcement. Human Rights Violations by Ethiopian Security Forces in Amhara and Oromia, mei 2020.
Amnesty International, ‘Urgent Action. Politicians and journalists detained’, 14 april 2020.
Danish Immigration Service,
Ethiopia. Opposition groups – recent developments, maart 2020.
US Department of State,
Country Report on Human Rights Practices 2019 – Ethiopia, 11 maart 2020.
Human Rights Watch,
World Report 2020 – Ethiopia, 14 januari 2020.
Freedom House,
Freedom in the World 2020 – Ethiopia, 4 maart 2020.
Bundesambt für Migration und Flüchtlinge, ‘Briefing Notes’, 16 september 2019.
Human Rights League of the Horn of Africa, ‘Ethiopia: The Hard Truth: Government-Sponsored Killings (Democide) for Political Reasons in the name of Law Enforcement are Underway in Oromia, Needs International Attention’, 2 mei 2020.
BBC, ‘Hachalu Hundessa: Deadly protests erupt after Ethiopian singer killed’, 30 juni 2020.
New York Times, ‘Hachalu Hundessa, Ethiopian Singer and Activist, Is Shot Dead’, 30 juni 2020.
Amnesty International, ‘Ethiopia: Popular musician’s killing must be fully investigated’, 30 juni 2020.
Reuters, ‘More than 80 dead in Ethiopian protests following killing of singer’, 1 juli 2020.
Africa News, ‘Ethiopia court remands Jawar, Eskinder; Abiy vows justice and order’, 17 juli 2020.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.