ECLI:NL:RBDHA:2020:7932
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
Op 7 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 7 juli 2020, waar de verzoeker niet aanwezig was, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank oordeelde dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als er nog geen beslissing op het beroep is genomen. Aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL20.6837), was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter heeft de uitspraak in het openbaar gedaan, waarbij de griffier aanwezig was. De uitspraak is op 9 juli 2020 bekendgemaakt.