ECLI:NL:RBDHA:2020:7924
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van terugkeerbesluit en schadevergoeding bij onrechtmatige bewaring van een asielzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die de Sri Lankaanse nationaliteit heeft, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelt dat alle rechtsgevolgen van een terugkeerbesluit dat samen met een afwijzend asielbesluit is genomen, moeten worden geschorst. Dit houdt in dat de verweerder geen verwijderingshandelingen mag verrichten zolang de vreemdeling een rechtsmiddel kan aanwenden tegen de afwijzing van zijn asielverzoek en het terugkeerbesluit. De rechtbank stelt vast dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door contact op te nemen met de autoriteiten van Sri Lanka, terwijl de eiser in afwachting was van een beslissing op zijn asielverzoek. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was met ingang van 4 mei 2020, de datum waarop de gegevens van eiser naar de Sri Lankaanse autoriteiten zijn verzonden. De rechtbank kent eiser een schadevergoeding toe van € 2.000,- voor de onrechtmatige vrijheidsontneming en veroordeelt de Staat der Nederlanden in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.050,-.