ECLI:NL:RBDHA:2020:7859

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juni 2020
Publicatiedatum
18 augustus 2020
Zaaknummer
NL20.6613
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielaanvraag. Verzoekster, een Pakistaanse vrouw geboren in 1986, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 9 maart 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 23 juni 2020, waar verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde mr. J.A.C.M. Prins en een tolk, heeft de rechtbank het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in een andere zaak (NLNL20.6612), was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier mr. L.Y. Wong. De uitspraak is niet op een openbare zitting gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.6613

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M. Terpstra),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.A.C.M. Prins).

Procesverloop

Bij besluit van 9 maart 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NLNL20.6612, plaatsgevonden op 23 juni 2020. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen mevrouw A. van Nieuwenhoven. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft de Pakistaanse nationaliteit en is geboren op [1986] .
2. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NLNL20.6612, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.Y. Wong, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.