ECLI:NL:RBDHA:2020:7795

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
17 augustus 2020
Zaaknummer
NL20.10026
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.J. Dijkman, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 1 juli 2020, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, mevrouw L. Pomper. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het beroep, geregistreerd onder het zaaknummer NL20.10025, behandeld. De rechtbank heeft in haar uitspraak het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de verblijfsvergunning in stand blijft.

Gezien de beslissing in de hoofdzaak, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er geen grond is voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. De uitspraak is bekendgemaakt op 16 juli 2020.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.10026
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. G.J. Dijkman),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 28 april 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene asielprocedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van het door verzoeker ingediende beroep, geregistreerd onder het zaaknummer NL20.10025, plaatsgevonden op 1 juli 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen mevrouw L. Pomper. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep, geregistreerd onder het zaaknummer NL20.10025, ongegrond verklaard. Gegeven de beslissing in de hoofdzaak is er geen grond voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
16 juli 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.